Matteüs 7:13-20
Gemak dient de mens, maar kennelijk niet de mens die wil leven. Wie het al te gemakkelijk wil hebben bewandelt gemakkelijk een weg naar de ondergang. Ook als je gemakkelijk wil geloven. Op zondag naar kerk, door de week bidden en bijbellezen en vrolijk zingen van Prijs de Heer. Als het daarbij blijft is het een gemakkelijk geloof. In Bijbelse termen een brede weg en een ruime poort, ook die leidt naar de ondergang hoe vaak je ook roept dat God de Heer is. Het zijn de valse profeten in schaapskleren die dit soort gemakkelijk christendom prediken, geef je hartje aan Jezus en alles komt goed, in werkelijkheid zijn het roofzuchtige wolven, soms onverbloemd te herkennen aan de geldschalen, manden en bakken die in hun samenkomsten rond gaan terwijl ze roepen dat veel geven ook veel genade ontvangen is. Hun vruchten zijn er geen. Er zijn geen armen die bevrijdt worden, geen hongerigen die gevoed of naakten die gekleed worden. Bedroefden worden niet getroost en niemand krijgt een nieuwe plaats in de samenleving. Ze zorgen ook niet voor de gemeenschap van gelovigen want als ze verdwijnen verdwijnt ook hun zogenaamde kerk of beweging. Aan de vruchten herkent men de boom. En de vrucht van de kerk is de diakonie, de dienst aan de gemeenschap. Het zijn de diakenen die de bezoeken aan gevangenen in onze gevangenissen organiseren. Het waren kerkvrijwilligers die als eersten in ons land de vreemdelingen thuis taalles gingen geven. De Max Havelaar koffie werd als eerste op zondag achter in kerken verkocht zodat de verbouwers van de koffiebonen een eerlijke vergoeding voor hun loon kregen. Het zijn vrijwilligers opgeroepen in kerken die vrijwilligerswerk in ziekenhuizen verrichten, en kinderen opvangen in asielzoekerscentra, die helpen bij Vluchtelingenwerk Nederland maar ook zorgen voor Vluchtelingen in verre gebieden via de Stichting Vluchteling, voortgekomen aan de Oekumenische Hulp aan Vluchtelingen. Wie in koude nachten rondrijd met een busje waarin warme soep en brood is voor de daklozen weten we allemaal. Zending is uitgegroeid tot ontwikkelings-samenwerking waarin gelovigen en niet gelovigen elkaar zijn gaan vinden in de hulp aan de armsten in de wereld. Juist het besef in onze samenleving dat slachtoffers van rampen en geweld geholpen moeten worden en steeds opnieuw geholpen moeten worden komt uit de prediking van de kerken over het heb Uw naaste lief als Uzelf. Juist in die hulp zijn gelovigen in onze samenleving zoutend zout, ze organiseren, zamelen in, geven voorbeeld en slepen iedereen mee die goed wil doen. En eigenlijk wil iedereen wel goed doen. Doe dan mee door ergens je tijd en capaciteiten ter beschikking te stellen, voor de ander.