Handelingen 19:21-34
21 ¶ Na deze gebeurtenissen vatte Paulus het plan op om eerst nog naar Macedonië en Achaje te reizen en vervolgens naar Jeruzalem te gaan. Hij verklaarde: ‘Als ik daar ben geweest, moet ik ook een bezoek aan Rome brengen.’ 22 Hij zond twee van zijn medewerkers, Timoteüs en Erastus, naar Macedonië en bleef zelf nog enige tijd in Asia. 23 Omstreeks die tijd ontstond er grote opschudding naar aanleiding van de Weg.24 Dat kwam door een zekere Demetrius, een zilversmid die Artemistempeltjes vervaardigde en zo zijn ambachtslieden een ruim inkomen verschafte. 25 Hij riep hen en de arbeiders die bij de werkzaamheden betrokken waren bijeen en zei tegen hen: ‘Mannen, jullie weten dat onze welvaart afhankelijk is van dit werk. 26 Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn. 27 Daardoor dreigt niet alleen ons beroep in diskrediet te raken, maar bestaat ook het gevaar dat de tempel van de grote godin Artemis in aanzien zal dalen en dat zijzelf, die in heel Asia en in de hele wereld wordt vereerd, van haar luister zal worden beroofd.’ 28 Bij het horen van deze woorden ontstaken zijn toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ 29 De hele stad raakte in rep en roer. De menigte liep te hoop bij het theater en sleurde Gajus en Aristarchus mee, twee Macedonische reisgenoten van Paulus. 30 Paulus wilde zich onder de menigte begeven, maar de leerlingen weerhielden hem daarvan. 31 Bovendien stuurden enkele hoge functionarissen, die hem vriendschappelijk gezind waren, een boodschap naar hem met het dringende advies om niet naar het theater te gaan. 32 Daar schreeuwde de menigte inmiddels van alles door elkaar, want er heerste grote verwarring en de meeste mensen wisten niet eens waarom ze bijeengekomen waren. 33 De Joden duwden Alexander naar voren, die van sommigen uit de menigte tekst en uitleg kreeg; met een handgebaar gaf hij te kennen dat hij een verdedigingsrede wilde houden voor het volk. 34 Maar toen men merkte dat hij een Jood was, hief de menigte de kreet aan: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ Dit geschreeuw hield wel twee uur aan. (NBV)
Er is in sommige kerkelijke kringen een speciale aandacht voor vervolgde Christenen. Zo groot dat het er soms op lijkt dat andere vervolgingen omwille van geloof of levensovertuiging, of omwille van geaardheid of geslacht, vergeten worden of veel minder erg zijn. Elke vervolging om wat voor reden ook verdient echter aandacht en bestrijding. Ook als Christenen mensen uitsluiten om hun geaardheid of geslacht dien er luid en aanhoudend geprotesteerd te worden. Het zou wel eens vervolging van Christenen kunnen legitimeren. Wat mensen elkaar kunnen aandoen in liefdeloosheid is voor gelovigen in de Weg van Jezus van Nazareth onuitstaanbaar. De vraag rijst dan of de opschudding die in Efeze ontstond naar aanleiding van het werk van Paulus over de Weg van Jezus van Nazareth ook zo’n vervolging was van de ene godsdienst over de andere. Op het eerste gezicht lijkt dat wel zo te zijn. De aanhangers van Artemis beleggen een demonstratie bij het theater en schreeuwden hun geloofsbelijdenis uit.
Maar hoezo met deze vervolging? Om Artemis kan het niet gaan. De maagdelijke godin van de Romeinen en de Grieken kreeg na enkele eeuwen een plek in de Mariaverering van de Rooms Katholieke Kerk. De verkoop van zilveren tempeltjes werd vervangen door de verkoop van plastic Mariabeeldjes. Het is ook geen vervolging die gesteund wordt door de plaatselijke autoriteiten, zij waarschuwen volgens het verhaal Paulus niet naar het theater te gaan en beschermen hem met die waarschuwing tegen de volkswoede. Die volkswoede is ook niet ontstaan uit godsdienstige redenen. Uitvoering beschrijft de schrijver van het boek Handelingen het ontstaan en de redenen van de grote onrust in Efeze. Het gaat om economische redenen. De vervaardiging en de verkoop van zilveren tempeltjes van Artemis. Als iedereen die Joodse overtuiging zou overnemen dat goden met handen gemaakt waardeloze goden zijn dan storte de verkoop van deze godenbeeldjes misschien in en werden veel inwoners van Efeze werkloos en dus arm.
De opvatting over die goden met handen gemaakt vinden we al in de Hebreeuwse Bijbel. Vooral de profeten riepen steeds opnieuw het volk op zich niet in te laten met godsdiensten die eigen gemaakte beelden hadden. Toen in de zestiende eeuw het volk in onze contreien toegang kreeg tot het lezen van de profeten vertaalden ze die oproep in de beruchte beeldenstorm. Met de macht van priesters en prelaten werden ook de beelden de kerk uitgemept. Handelingen waarschuwt ons er te gemakkelijk een etiket van godsdiensttegenstellingen op te plakken. De opstand in de Nederlanden tegen Spanje ontstond met name pas door de invoering van een belasting, de tiende penning. In Efeze was de angst voor inkomensverlies de aanleiding. In veel landen zijn vervolgingen een reactie op inkomensverschillen die kunnen ontstaan. Religieuze bewegingen maken dan misbruik van die verschillen om onrust te stoken en hun aanhangers te behouden. Er is niets nieuws onder de zon. De Weg van Jezus van Nazareth is de Weg van de vrede, voor alle mensen op aarde. Daarom roept Handelingen ons met dit verhaal op om ons te verzetten tegen elke vervolging, door wie en waar dan ook gepleegd. Daar mogen we ons elke dag van bewust zijn, ook vandaag weer