Marcus 11:12-25
11 Hij trok Jeruzalem in en ging naar de tempel. Nadat hij alles in ogenschouw had genomen, ging hij-want het was al laat geworden-met de twaalf terug naar Betanië. 12 ¶ Toen ze de volgende dag uit Betanië vertrokken, kreeg hij honger. 13 Hij zag in de verte een vijgenboom die in blad stond en ging erheen in de hoop iets eetbaars te vinden, maar toen hij bij de boom gekomen was, vond hij geen vruchten; het was namelijk nog niet de tijd voor vijgen. 14 Hij zei tegen de boom: ‘Nooit ofte nimmer zal er nog iemand vruchten van jou eten!’ Zijn leerlingen hoorden dit. 15 Ze kwamen in Jeruzalem. Hij ging de tempel binnen en begon iedereen die daar iets kocht of verkocht weg te jagen; hij gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver, 16 en hij liet niet toe dat iemand voorwerpen over het tempelplein droeg. 17 Hij hield de omstanders voor: ‘Staat er niet geschreven: “Mijn huis moet voor alle volken een huis van gebed zijn”? Maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ 18 De hogepriesters en de schriftgeleerden hoorden wat er gebeurd was en zochten naar een mogelijkheid om hem uit de weg te ruimen; ze waren bang voor hem, omdat het hele volk in de ban was van zijn onderricht. 19 Nadat de avond gevallen was, gingen Jezus en zijn leerlingen weg uit de stad. 20 Toen ze ‘s morgens vroeg weer langs de vijgenboom kwamen, zagen ze dat hij tot aan de wortels verdord was. 21 Petrus herinnerde zich het voorval en zei: ‘Rabbi, kijk, de vijgenboom die u vervloekt hebt, is verdord.’ 22 Jezus zei tegen hen: ‘Heb vertrouwen in God. 23 Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: “Kom van je plaats en stort je in zee, ”en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. 24 Daarom zeg ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. 25 Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten, vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je misstappen vergeeft.’(NBV)
Godsdienst, de dienst aan de God van Israël, en geld gaan niet samen. Toch ontkom je natuurlijk niet aan een zekere samenwerking. Een kerkgebouw moet onderhouden worden en de schilders en de dakdekkers moeten nu eenmaal ook leven. En in een gewone protestantse gemeente heeft een voorganger die de hele week rondgaat en de zieken en bejaarden bezoekt, trouwdiensten en begrafenissen leidt en op zondag ook nog preekt, ook recht op een salaris. Maar goed gaat het nooit. Of er wordt een te groot beroep gedaan op de gemeenteleden of er wordt te gemakkelijk verspild of niet goed begroot, goed gaat het nooit. De economie gaat minder, er komen steeds minder mensen in de kerk en steeds minder mensen geven minder geld. In het verhaal van vandaag gaat het nog erger. Niet alleen geeft de vijgenboom geen vruchten, de vijgenboom verdort zelfs helemaal, de tempel is verworden tot een marktplaats voor religie.
Geldwisselaars, offerdierenverkopers, het wemelt van mensen die een graantje meepikken van het religieus besef van de gemiddelde bezoekers. Ooit was de opdracht om als offer een maaltijd te houden, met mensen die dienst deden in de tempel, de levieten, met de armen en de vreemdelingen. Maar de levieten waren inzamelingen gaan houden voor hun levensonderhoud en de armen werd wijsgemaakt dat ze ook mee moesten betalen voor God. De vreemdelingen mochten er al helemaal niet meer komen. Jezus zwiept iedereen die er niet hoort de tempel uit. Dat moet een geweldige rel gegeven hebben. Als je zoiets doet voel je je natuurlijk ook heel sterk. Als iemand die zegt tegen een berg “Stort in de zee” en de berg doet het ook. Verzet tegen onrechtvaardigheid helpt. Maar de weerstand wordt ook groter. Al die mensen in onze samenleving die proberen ook samen met de vreemdelingen in ons midden een echte samenleving op te bouwen voelen zich steeds vaker bedreigd door de geweldige propaganda die TV programma’s maken voor de vreemdelingen angst die er bij een minderheid is.
Die TV programma’s doen dat onder het motto dat uiterst rechts ook gehoord moet worden maar niemand hoort ooit die grote hoeveelheid vrijwilligers die zich met taallessen, integratie in buurten, opvang van asielzoekers en rechtsbijstand bezig houden. Voor een echte rechtvaardige samenleving is nog veel werk te doen al geeft het moed te weten dat als je gelooft dat je het al ontvangen hebt je het ook zult krijgen. In de tijd van Jezus van Nazareth zullen sommigen gedacht hebben dat het hem in zijn bol geslagen is. De tijd voor vijgen was er nog niet eens en toch vervloekt hij de vijgenboom en wie wil er nu een berg verplaatsen. Handelaren uit de religie meppen helpt ook niet echt. Toch sterkt zo’n verhaal je bij het werken aan een nieuwe samenleving, hoe meer mensen er in slagen aan die samenleving samen vorm te geven hoe meer de angst voor het onbekende af zal nemen en vrede en gerechtigheid hun plaats weer zullen innemen. Vandaag dus maar weer aan die berg beginnen.