2 Korintiërs 4:7-18
7 Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8 ¶ We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld. 9 We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10 We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt. 11 Wij levenden worden altijd omwille van Jezus aan de dood prijsgegeven, opdat in ons sterfelijke bestaan ook het leven van Jezus zichtbaar wordt. 12 Zo is in ons de dood werkzaam, en in u het leven. 13 Er staat geschreven: ‘Ik bleef vertrouwen, daardoor kon ik spreken.’ In datzelfde vertrouwen spreken ook wij, omdat we geloven 14 en weten dat hij die de Heer Jezus heeft opgewekt ook ons, net als Jezus, zal opwekken en ons samen met u naar zich toe zal voeren. 15 Dit alles gebeurt omwille van u, zodat Gods goedheid, die zich door steeds meer mensen verbreidt, ook tot steeds meer dankzegging leidt, tot eer van God. 16 Daarom verzaken wij onze plicht niet. Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd. 17 De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. 18 Wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.(NBV)
Paulus valt terug op een beeld dat we ook bij de profeten tegenkomen. De mens is uit aarde gemaakt zoals een pottenbakker een aarden pot maakt. Breekbaar en zwak, maar gevuld en sterk door de adem van de God van Israël zelf. Die adem als Geest van God gebruiken maakt je onoverwinnelijk. Elk mens is zo geschapen en alle mensen zijn broeders en zusters van elkaar. Ook dat zie je pas als je toetreedt tot de gemeente van Christus. Daar vallen alle verschillen uit de ons omringende samenleving weg. Daar zijn geen allochtonen en autochtonen, geen mannen en vrouwen, geen jongeren en ouderen, geen rijken en armen en voor Paulus waren daar geen slaven en vrijen, voor ons geen heren en knechten.
Onbestaanbaar in onze samenleving dat een politieke beweging geen politiek leider zou hebben. Voor Paulus was de gemeenschap van Christenen onbestaanbaar met zo’n leider omdat alleen de Christus, de bevrijder, de Messias, Jezus van Nazareth die leider zou kunnen zijn. Die schat bewaren en doorgeven is waar het op aan komt. Dat kunnen we als we er op vertrouwen dat het allemaal goed zal komen. Niet goed zal komen met onszelf maar met de wereld. Jezus van Nazareth gaf zijn leerlingen de opdracht dat vertrouwen uit te dragen tot aan de einden der wereld en beloofde ze met hen te zijn tot de aarde voltooid zou zijn.
Ook wij zijn aarden vaten die de schat bewaren, ook wij hoeven niet op eigen kracht de schat door te geven en anderen er voor warm laten lopen. Ook wij hebben de adem van God zelf. Paulus noemt dat een lichte last die we tijdelijk hebben te dragen. Dat is in de loop van de geschiedenis nogal wat tegengevallen. Tegenwoordig vatten we deze woorden op als troost. Ook al worden we oud we hebben nog steeds niet de illusie dat de aarde voltooid is. Het is nog steeds een chaos, eenzelfde chaos als bij het begin van de schepping. Maar als we letten op de mogelijkheden wordt de chaos al heel wat minder. Er is iemand al eens uit de dood opgestaan, Jezus de Christus, er breekt voortdurend vrede aan, slavernij wordt nu op de hele wereld veroordeelt, al zijn er nog te veel slaven die bevrijdt mogen worden. De volken van de aarde hebben besloten de armoede uit te roeien, ze moeten alleen nog leren dat je daarvoor met elkaar moet delen. Zo mogen we in dat vertrouwen elke morgen weer de nieuwe kracht ervaren die ons op de Weg zet die Jezus van Nazareth ons gewezen heeft, ook vandaag mogen we daar mee op weg gaan.