Hoe zijn jullie dan gedoopt?’

Handelingen 18:23-28

23 Toen Paulus enige tijd in Antiochië had doorgebracht, vertrok hij voor een rondreis door Galatië en Frygië, waar hij alle leerlingen moed insprak. 24 ¶ Intussen arriveerde er in Efeze een uit Alexandrië afkomstige Jood, die Apollos heette. Hij was een ontwikkeld man, die goed onderlegd was in de Schriften. 25 Hij had onderricht gekregen in de Weg van de Heer en verkondigde geestdriftig de leer over Jezus, die hij zorgvuldig uiteenzette, ook al was hij alleen bekend met de doop zoals Johannes die had verricht. 26 In de synagoge begon hij nu vrijmoedig het woord te voeren. Toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen ze hem terzijde en legden hem uit wat de Weg van God precies inhield. 27 Toen hij naar Achaje wilde afreizen, moedigden de leerlingen hem aan en gaven hem een brief mee voor de gemeenteleden met het verzoek hem gastvrij te ontvangen. Na zijn aankomst bleek hij door Gods genade een grote steun te zijn voor de gelovigen, 28 want hij slaagde erin de Joden in het openbaar in het ongelijk te stellen door op grond van de Schriften aan te tonen dat Jezus de messias is.(NBV)

We kunnen in het verhaal van vandaag wel eens de schrijver of schrijfster van de brief aan de Hebreeën zijn tegengekomen. In die brief ligt er de nadruk op dat in de Hebreeuwse Bijbel, ons Oude Testament, al werd voorzegd dat Jezus van Nazareth de Messias zou zijn. Er zou tenminste een bevrijder komen die de oude verstarde verhoudingen tussen de volken zou doorbreken, de angst voor de dood zou opheffen en het volk bevrijden van onderdrukking. Voor Jezus van Nazareth was opgetreden was er Johannes de Doper geweest die zichzelf zeer uitdrukkelijk de wegbereider voor die Messias had genoemd en bij hem had heel het volk zich laten dopen in de Jordaan zeggen de Evangelieën. Het is dus niet zo vreemd dat een volgeling van Johannes die in Antiochië het verhaal van de Weg van Jezus van Nazareth had gehoord op weg was gegaan om mensen van die nieuwe weg te vertellen.

Apollos was doorkneed in de schriften, staat er. Maar hij moet toch nog even worden bijgepraat. Door een stel dat afkomstig uit Rome was en die Paulus een paar keer zeer geholpen hadden. Priscilla en Aquila legden hem uit waar het eigenlijk over ging, de liefde die door Jezus van Nazareth door de dood heen was volgehouden. Zowel Apollos als Priscilla worden door geleerden aangewezen als schrijver of schrijfster van de brief aan de Hebreeën. Voor ons is het niet zo belangrijk, het gaat immers om het verhaal dat vanuit de Hebreeuwse Bijbel voor ons over de hele aarde rondgaat. Het verhaal over het heb uw naaste lief als uzelf, het gebod dat al in de Hebreeuwse Bijbel staat en waartoe ook wij zijn opgeroepen dat te vervullen. Dat Johannes de Weg had bereid om dat Evangelie onder het volk gestalte te geven om daarna haar weg te vinden onder de volken wordt hier ook maar eens te meer duidelijk.

Wij zijn zo gewend om duidelijk te maken aan elkaar wie wel en wie niet bij het geloof in de bevrijder, de Messias, de Christus mag horen. Het verhaal over Apollos moet ons laten zien dat we daar wel heel voorzichtig mee moeten zijn. Wie zijn wij om mensen te veroordelen die zich inzetten voor recht en gerechtigheid, die het aanzien van de aarde proberen te veranderen door hongerigen te voeden, naakten te kleden en gevangenen te bevrijden. Wij mogen ze herkennen als broeders en zusters in de Weg van Jezus van Nazareth en ons laten inspireren diezelfde Weg te gaan, elke dag weer opnieuw, ook vandaag weer. Soms moeten we het verhaal van Jezus nog eens vertellen, in woord en in daad. Johannes riep op om te delen wat je niet nodig had voor je zelf, Jezus riep op om zelfs je vijanden lief te hebben. In zijn Geest zou dat mogelijk moeten zijn. Maar als je zelfs je vijanden lief moet hebben hoe kun je je dan afwenden van ieder die werkt aan een wereld van vrede en recht.

 

Plaats een reactie