2 Petrus 1:1-11
1 ¶ Van Simeon Petrus, dienaar en apostel van Jezus Christus. Aan allen die dankzij de rechtvaardigheid van onze God en van onze redder Jezus Christus hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen als wij. 2 Genade zij u en vrede, in overvloed, door de kennis van God en van Jezus, onze Heer. 3 Zijn goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is voor een vroom leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn majesteit en wonderbaarlijke kracht. 4 Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur. 5 ¶ Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, uw deugdzaamheid met kennis, 6 uw kennis met zelfbeheersing, uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met vroomheid, 7 uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor uw broeders en zusters met liefde voor allen. 8 Als u deze eigenschappen in overvloed bezit, is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos maar vruchtbaar. 9 Wie ze niet bezit is kortzichtig, ja blind, en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden gereinigd is. 10 Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val 11 en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder Jezus Christus.(NBV)
Vandaag beginnen we te lezen in het Bijbelboek dat de Tweede brief van Petrus wordt genoemd. Geleerden betwijfelen overigens zeer of de brief van de Petrus is die we kennen uit de Evangelieverhalen. Voor zover bekend is de brief namelijk ruim 100 jaar na de verhalen uit het Evangelie geschreven. De brief lijkt ook meer op de brief van Judas die in de Bijbel staat dan op de Eerste Brief van Petrus. Maar hoe het ook zij de Tweede brief van Petrus is een niet onbelangrijk Bijbelboek en sluit aan bij de boodschap die de Apostelen begonnen zijn te verspreiden in de wereld. In onze dagen is de brief nogal actueel. We hebben immers direct te maken met de gevolgen van de begeerte die in de wereld heerst. Onze totale samenleving lijkt vergiftigd te worden door de gevolgen van die begeerte. Na de exorbitante zelfverrijking door de top van het bedrijfsleven kregen we de ondoordachte en onverantwoordelijke producten van de banken en van de financiële sector die geleid hebben tot een economische crisis van ongekende omvang.
De voedselcrisis die zich al eerder aftekende en die de armsten in de wereld treft is daardoor bijna uit het zicht verdwenen. Als we vandaag naar de armsten in de wereld kijken zien we de Ebola crisis en we mogen kennelijk niet horen dat de omvang van die ramp direct samenhangt met de armoede in de getroffen landen. De schrijver van deze brief kent ook een dergelijke crisis in de samenleving en heeft voor de gemeenten aan wie hij schrijft een recept. Geloof in het Koninkrijk van God is natuurlijk goed, geloof dat het spoedig zal komen ook, maar het is noodzakelijk dat geloof te verrijken met deugdzaamheid. Dat betekent dat je jezelf in elk geval bewust moet zijn dat je je niet verrijkt ten koste van anderen, dat je deelt met de minsten. Om te weten wie de minsten zijn moet je kennis verwerven. Kennis over de situatie van de armsten, geld alleen geven is niet genoeg, geld geven kan zelfs tot meer armoede leiden.
Daarom moet kennis met zelfbeheersing verrijkt worden, niet alle problemen van de armen zijn eenvoudig en direct op te lossen. Soms moet je inventief en creatief zijn om werkelijk te kunnen delen. Daarom is volharding nodig en volharding moet met dapperheid gepaard gaan. Vroomheid staat er in de vertaling, maar vroomheid is een oud woord voor dapperheid, een dapperheid die in oude tijden aan het geloof in het goede werd ontleend. Als je er van overtuigd bent het goede te dienen durf je er tegen aan te gaan. Maar dapperheid moet gepaard gaan met liefde, voor je broeders en zusters, maar uiteindelijk voor allen. Als ons dat met elkaar lukt dan komen we in dat Koninkrijk van God. De vraag is natuurlijk of de plannen, die nu voor ons gemaakt worden, beantwoorden aan dat wat in deze brief geschreven staat. We zullen het recept van de liefde hardop en vaak moeten herhalen, want eigenliefde en begeerte blijft de wereld beheersen, aan ons om God te laten regeren.
Â