Daniël 8:1-14
1 ¶ In het derde regeringsjaar van koning Belsassar kreeg ik, Daniël, na het visioen dat ik eerder had ontvangen weer een visioen. 2 In dat visioen-ik bevond me op dat moment in de burcht van Susa, in de provincie Elam-stond ik bij het Ulaikanaal. 3 Ik sloeg mijn ogen op en zag bij het kanaal een ram. Hij had twee horens; lange horens waren het, de ene was langer dan de andere, en de langste kwam het laatste op. 4 Ik zag de ram stoten naar het westen, het noorden en het zuiden. Er was geen dier dat tegen hem standhield; er was niemand die zich uit zijn macht kon redden. Hij deed wat hij wilde en maakte zich groot. 5 Terwijl ik ernaar keek, zag ik vanuit het westen een geitenbok aankomen, hij snelde over de uitgestrekte vlakte zonder de grond te raken. De bok had een opvallende horen tussen zijn ogen. 6 Hij naderde de ram met de twee horens die ik bij het kanaal had zien staan, en schoot met een razende kracht op hem af. 7 Ik zag hoe hij op de ram afstormde, hem woedend aanviel en al stotend beide horens van de ram wist te breken. De ram had te weinig kracht om weerstand te bieden. De bok wierp hem omver en vertrapte hem; er was niemand die de ram uit zijn macht kon redden. 8 De geitenbok maakte zich bijzonder groot, maar op het toppunt van zijn macht brak zijn grote horen af. Daarvoor in de plaats kwamen vier opvallende horens, die naar de vier windrichtingen wezen. 9 Uit één daarvan kwam nog een horen op, die eerst klein was, maar geweldig uitgroeide naar het zuiden, naar het oosten en naar het Sieraadland. 10 Hij groeide tot aan de hemelmachten en zorgde ervoor dat een deel van het sterrenleger naar de aarde viel, en hij vertrapte het. 11 Hij verhief zich zelfs tegen de vorst van het leger, waardoor de vorst het dagelijks offer werd ontnomen en zijn heiligdom werd neergehaald. 12 Hij bracht een leger op de been tegen het dagelijks offer, hij overtrad de wet en richtte de waarheid te gronde. Alles wat hij ondernam lukte hem. 13 Toen hoorde ik een heilige spreken, en een andere heilige zei tegen degene die gesproken had: ‘Hoe lang zal het duren, wat in het visioen is gezegd over het dagelijks offer en de verwoestende overtreding, de ontwijding van het heiligdom en het   vertrapte leger?’ 14 Hij zei tegen mij: ‘Drieëntwintighonderd avonden en ochtenden; daarna zal het heiligdom in ere worden hersteld.’(NBV)
 Het is al weer een paar jaar geleden dat op het rooster van het Nederlands Bijbelgenootschap stukjes uit het boek Daniël stonden. Een boek dat achterin de Hebreeuwse Bijbel terecht was gekomen. Een verhaal over de ballingschap. Voor Christenen een profeet omdat in dat boek nogal wat weggedroomd wordt over hoe het zal aflopen met de mensen. Het verhaal van Daniël zelf is snel verteld. Hij werd met een aantal vrienden als zeer jonge man naar Babel gebracht en kreeg een opleiding aan het hof van de koning. Langzaam was hij opgeklommen tot een belangrijk raadgever van de Koning. Maar hij had nooit zijn afkomst als Judeese jongen verloochend. Die Daniël bleef ook maar dromen over hoe het in de geschiedenis verder zou gaan met de mensen. In ballingschap is dat ook wel nodig. Je kunt bijna niet geloven dat het ooit vrede zal worden en dat je ooit in een land zal wonen waar willekeur vervangen is door gerechtigheid en uitbuiting door zorgen voor elkaar. Tussen 1914 en 1918 had bijna heel Europa die angst, dat er nooit een einde zou komen aan die verschrikkelijke oorlog die bij ons de Eerste Wereldoorlog zou gaan heten.
Dezer dagen herdenkt men in België en Engeland de wapenstilstand die op 11 november 1918 gesloten werd. En het feit dat deze grote oorlog 100 jaar geleden is begonnen maakt ook nog steeds grote indruk.Zondag was het weer “Poppy” Sunday in Engeland en dan worden de gevallenen herdacht. Wij hebben morgen ook een feestdag. In sommige delen van ons land tenminste. Daar wordt nog het feest van de heilige Maarten gevierd. Dat was een soldaat die toen hij op een koude herfstdag naar huis keerde buiten de poort een arme bedelaar zag liggen rillen van de kou. Hij wierp zijn mantel af, trok zijn zwaard en kliefde de mantel in tweeën. Van oorlog naar eerlijk delen, het lijkt soms een kleine stap. Om ons te herinneren aan het delen met de armen in de komende donkere tijd zingen in sommige delen van Nederland de kinderen huis aan huis met een lampion over Sinte Maarten. De droom van Daniël laat ons zien dat grootmachten zich graag opblazen tot schijnbaar onoverwinnelijke krachten. Dat ze dan ook de godsdienst willen verbieden hoort er kennelijk bij. Het gebeurde in de dagen van Daniël en het lijkt vandaag de dag in ons land en elders ook de gebeuren. Moskeeën mogen niet meer gebouwd worden. Voorgangers niet meer zelf gekozen, religieuze teksten niet meer verspreid. Je mag alles zeggen over mensen die een God aanbidden en niets over mensen die als goddelozen door het leven willen gaan. Voor mensen die de godsdienst beleven als dienst aan de medemens blijft al helemaal geen ruimte over. Softies van wie alles maar mag zo heet het al gauw.
Maar de waarschuwing dat macht en onderdrukking alleen maar tot chaos en wanorde leiden hoeven we niet eens uit de Bijbel te leren dat zien we elke dag om ons heen. Na de tweede wereldoorlog viel Duitsland in twee delen uit een. In het communistische deel werd ook geprobeerd religie, geloven in de God van Israël, tot een gepasseerd station te maken. Mensen konden zelf wel een heilstaat bouwen. Dezer dagen wordt ook gevierd dat er uiteindelijk vanuit de kerken een beweging begon die zou lijden tot de val van het regiem en een hereniging van Duitsland. De val van de muur was het eerste signaal dat de droom van vrijheid waarheid zou worden. De mensen in de kerken waren zo sterk op elkaar aangewezen geworden dat de kreet “Wij zijn het volk” voor velen als een geloofsbelijdenis klonk. Daniël droomde er van dat zij die onrecht hadden bedreven daarvoor gestraft zouden worden en dat zij die onder onrecht hadden geleden uiteindelijk goed terecht zouden komen. Ook wij blijven dus maar geloven dat het anders kan en dat het anders moet. En met Sint Maarten oefenen in delen samen met de kinderen.