Spreuken 4:10-19
We lezen nog steeds in de lessen van de wijsheid. We weten inmiddels dat met het onderricht de leer van de Thora wordt bedoeld. Met als hart van de Thora het heb uw naaste lief als uzelf. Het aardige is dat het ook letterlijk het hart van de eerste vijf boeken van de Bijbel is. Het middelste boek van de eerste vijf is het boek Leviticus en midden in Leviticus staat de samenvatting van alle leer Heb uw naaste lief als uzelf. Wij vatten die Thora vaak op als het burgerlijk wetboek, of als de verkeersregels, ze gelden voor iedereen altijd hetzelfde onder alle omstandigheden. Maar zo is de Thora niet bedoeld. Leren uit de Thora is niet zozeer uit het hoofd leren maar vooral de toepassing er van oefenen. Dat kan door je voor te stellen wat de teksten van de Thora te betekenen zouden kunnen hebben onder allerlei omstandigheden. In de Joodse manier van leren van de Thora heeft men die manier van lezen uitgebreid beoefend en een heleboel daarvan kun je terugvinden in de Talmoed.
In de Christelijke manier ging het meer om het oefenen. Oorspronkelijk waren Joden en Christenen samen maar toen Christenen zich op last van de Keizer van Rome losmaakten van de Joden en een eigen godsdienst gingen vormen kwam de Heidense manier van godsdienst vaak op de voorgrond. In de Heidense manier van denken staat het offer centraal, daarmee moet de God worden gevoed of gunstig gestemd. Elke dag moet de gelovige daarom deel hebben aan dat offer, moet dat offer herhaald worden. Er is echter maar op een plaats sprake van een offer in Christelijke zin en dat is het offer van Christus die weigerde een opstand uit te lokken en die zette die weigering zo ver door dat hij uiteindelijk een kruisdood stierf. De dood die opstanden en oorlogen met zich meebrengen werd door hem op die manier voor eeuwig overwonnen. Hij stond op uit de dood, stortte zijn Geest uit en daardoor was er echt leven mogelijk, zonder angst voor de dood.
Het heeft een paar eeuwen geduurd voordat gelovigen er achter kwamen dat dat offer niet elke dag te herhalen is. Dat komt ook omdat die God van Israël niet gunstig gestemd hoeft te worden, die heeft de mensen al lief en nu wij nog. Daarom staat die liefde voor de naaste als voor jezelf centraal in de leer van de God van Israël, de Thora. Als je daarin gaat geloven dan wordt het liefhebben van mensen een vreugde die je elk moment kunt beleven. Het gedeelte van het boek Spreuken dat we vandaag lezen beschouwd het bijna als een sport. Als je de sport van liefhebben van je naaste beoefend kun je niet struikelen. Al je handelen stem je af op de liefde voor de minste, op elke situatie laat je het licht schijnen van de Thora, hoe kan ik hier de minste liefhebben als mijzelf. Doe je dat niet dan struikel je, soms zelfs zonder te weten hoe en waarom. Je moet je dus niet begeven bij de goddelozen, de mensen die menen dat eigenliefde wel genoeg is, die vinden dat iedereen zelf moet zorgen voor zijn eigen geluk en als je pech hebt of ongeluk je treft dan ben je daar ook zelf verantwoordelijk voor. Wie echter gelooft dat er een wereld mogelijk is zonder tranen, zonder oorlog en geweld, zoekt het bij de Liefde, de Liefde overwint alles en de Liefde is de grootste.