Openbaring 7:13-17
Het lijkt wel geheimtaal dat boek van de Openbaringen. Maar dat komt omdat het dromen zijn. Dromen van iemand die in uiterste nood verkeerd. Gevangen op een klein eiland voor de kust van Griekenland. Er staat nu een Grieks Orthodox klooster en het is een toeristische atractie. Maar de rotsen en de zware klimpartij die nodig is om bij het klooster te komen maken wel duidelijk dat als je hier bijna zonder kleding in de brandende zon dwangarbeid zou moeten verrichten het lijden ondraaglijk zou zijn. Zeker als je ook nog weet dat je elke dag nodig zou kunnen zijn om ergens in een theater dienst te doen als voer voor wilder dieren of al dan niet brandend gekruisigd te worden. In je dromen kun je soms ook jezelf vragen stellen. De vraag was wat er nu hier gebeurde. Wie zijn al die mensen in het wit, wie zijn die mensen die samen een ontelbare menigte vormen. In onze dagen zijn er gelovigen die denken zelf uit te kunnen maken wie er wel en wie er niet bijhoren. Er zijn er zelfs die denken dat er nooit meer dan die 144 duizend zouden kunnen zijn en blijven tellen of ze zoveel gelovigen hebben verzameld in hun gemeenschap. Maar het antwoord dat we vandaag lezen is een heel ander antwoord. Het zijn alle mensen die uit grote verschrikkingen gekomen zijn. Het lijden dat de schrijver van dit boek doormaakt is niet vergeefs, het brengt hem dichter bij God. Laat God dit lijden dan toe? Is het een wrede God die behagen schept in het lijden van zijn kinderen? Niets is minder waar, God bevrijdt van het lijden, honger en dorst zullen voorbij zijn, de zon zal hen niet steken overdag, bij nacht de maan niet. Maar wat moet dan dat Lam in het verhaal? Het lijken wel twee lammeren trouwens. Er wordt gesproken over het bloed van het Lam en een Lam voor de troon van God. Rare verhalen als je bevangen door ellende, hitte, honger en dorst aan het dromen slaat. Maar het beeld van het Lam is een beeld dat we vaker in de Bijbel zien. Het Lam staat voor de onschuld die vermoord wordt. Zo werd Jezus van Nazareth aan het kruis geslagen, hij weigerde een opstand uit te lokken en daarmee ontelbaren in het ongeluk te storten. Op die manier willen ook de Christenen hun lijden dragen. Daarmee, zo luidt hun spreekwoord, wassen ze hun kleren in het bloed van het Lam. En diezelfde Jezus, het lam voor de troon, brengt ze daardoor tot de bronnen van het leven. Als je dat lukt mag je echt blij zijn. Maar de droom vertelt iets over wat vandaag gebeurd met ons. Zijn wij bereid om het risico van het lijden aan te gaan en de vrede met anderen na te streven wat er ook gebeurd? Laten wij ons leiden door haat en verwerpen wij de vreemdelingen, of laten wij ons leiden door de Liefde en houden we maaltijd met de vreemdelingen. Durven we kritiek te geven, maar durven we ook kritiek te ontvangen. Ofwel, zijn wij ook bereid onze kleren te wassen in het bloed van het Lam? We kennen het spreekwoord misschien niet meer, maar we snappen nog best wat er gevraagd wordt.