Joël 1:15-20
Als er zelfs vandaag de dag één volk is waar we de noodkreten van kunnen verwachten die we in dit Bijbelgedeelte kunnen lezen dan is het wel van het volk van Irak. Jarenlang hebben ze gezucht onder de dictatuur van Sadam Hoessein, gesteund en bewapend door de Verenigde Staten kon hij zijn volk met terreur onderdrukken. Die dictator is nu door zijn voormalige vrienden van de troon gestoten maar die voormalige vrienden gaan opnieuw te keer tegen de burgerbevolking en obscure fundamentalisten maken er gebruik van om dood en verderf te zaaien. Van het eens zo paradijselijke land is weinig of niets meer over. Wat de toekomst voor de mensen in Irak is blijft voor hen duister. Vanwaar moet hun hulp komen. De vermoedelijke leider van de fundamentalisten is in het geweld omgekomen. VVD minister Kamp vertelde indertijd dat hij er blij om was.
Nederland kent de doodstraf niet en er is ook bijna niemand die de doodstraf wil invoeren maar een Nederlands minister is blij dat een vermoedelijke misdadiger zich niet voor de rechter hoeft te verantwoorden voor de misdaden waarvan hij beschuldigd wordt maar dat hij zich tot martelaar kon laten kronen. Van Sadam Hoessein kon iedereen in Irak dag in dag uit zien hoe slecht de man was, hoe onverschillig voor het leven van anderen. Het proces mocht zich weliswaar voortslepen en de uitkomst stond misschien al vooraf vast maar nooit kan iemand meer ontkennen dat de bewijzen voor de onmenselijkheid van deze dictator overweldigend waren. Osama Bin Laden, was opgeleid door de Amerikaanse geheime diensten en bewapend in een oorlog die de VS welgevallig was. Het gemak waarmee politici de dood van voormalige vrienden verwelkomen brengt wrede dictators als Assad in Syrië er toe liever te blijven zitten op hun pluche dan een vreedzame oplossing voor conflicten te zoeken.
De profeet Joël roept de Heer, de God van Israël aan. De enige echte machthebber in de wereld die zich laat kennen door de Liefde. Wie de woorden van Joël vandaag tot zich door laat dringen vraagt zich misschien af of het wel juist is dat er nu nog vreemde soldaten gestuurd worden naar Irak en Afghanistan. Moeten daar niet landbouwdeskundigen heen, en handelsvertegenwoordigers, onderwijskundigen, dokters en verpleegkundigen, mensen die het goede komen brengen aan volkeren die alleen nog het kwaad hebben ontmoet. Het kan toch niet zijn dat geweren het enige antwoord zijn dat Christelijke naties voorhanden hebben. In Amerika wordt de vraag gesteld op welke wijze dat land politieagent moet spelen voor de wereld, maar wellicht dat Europa het voorbeeld kan geven hoe de instelling als een hulpverlener betere gevolgen brengt. Wij kunnen dat voorbeeld in onze eigen omgeving brengen, dag in dag uit.