Deuteronomium 31:1-8
Twee maal klinkt de oproep om vastberaden en standvastig te zijn vandaag. Eerst tot het volk en dan tot de nieuwe leider Jozua. Jozua heet niet voor niets Jozua, de naam betekent Jhwh is hulp. Die vier letters zijn de naam van God, ze worden nooit uitgesproken, vertalers zetten meestal Heer. De naam heeft wel een betekenis, “Ik zal er zijn” is de naam van God. Aan de rand van het beloofde land heeft de naam Jozua dus een belangrijke betekenis. Mozes neemt afscheid. Vanuit Egypte heeft hij het volk door de gevaren van de woestijn geleid. Hij was het die het volk een identiteit gaf. Een godsdienst, wetten, een organisatie en een doel, het beloofde land. Ooit was er wel een moment geweest dat het volk zelf God had horen spreken maar dat was ze niet goed bevallen. Dat was zo ontzagwekkend dat ze Mozes gesmeekt hadden het voor hen te doen. Het avontuur van de woestijn loopt nu ten einde.
Dat beloofde land komt er, wie het niet wil delen zal verslagen worden is de boodschap. Jozua is overigens een Hebreeuwse naam. Er bestaat ook een Griekse vertaling van die we heel goed kennen, Jezus. Dat is ook niet toevallig. Jozua zal het land verdelen onder het volk. Die verdeling is ook voor de toekomst van belang want elke 50 jaar begint het volk weer opnieuw heeft Mozes verordend. En als Jozef en Maria naar hun “eigen plaats” moeten van keizer Augustus, gaan ze naar de plaats die Jozua aan hun familie heeft toegewezen in Bethlehem. Niet de Keizer bepaalt waar je meetelt maar God, dat is de boodschap van Jozef en Maria. Daar op de akker die Jozua heeft toegewezen, de akker van God gekregen, wordt de nieuwe Jozua, Jezus in het Grieks, geboren. Die zal ons leiden naar het beloofde land, en wie niet wil delen wordt verslagen.
De oproep om vastberaden en standvastig te zijn klinkt vandaag dus ook voor ons. Ook wij staan op de rand van het beloofde land. Wij zijn in staat de vreemdelingen onder ons echt op te nemen, we kunnen delen met de armen, ja we zijn zelfs in staat recht te doen aan de allerarmsten in de hele wereld en overal recht en gerechtigheid te brengen. We moeten het alleen nog allemaal doen, iedereen mee zien te krijgen. We zijn al zo ver dat we samen met een heleboel volken in Europa het voorbeeld van vreedzaam samenleven kunnen geven. Eeuwenlang gaven we het voorbeeld van onderlinge strijd en steeds weer opnieuw oplaaiende oorlogen die uiteindelijk de hele wereld mee sleepten. Nu gaat Europa de weg van vrede. Elke dag kunnen we weer op pad gaan. Met Jozua, met Jezus op weg naar het land overvloeiende van melk en honing. Ook vandaag kunnen we gaan, vastberaden voorwaarts.