Matteüs 5:21-30
Als we niet weten wat er na de dood gebeurt, hoe dreig je dan iemand met de hel? Alsof de hel pas na onze dood verschijnt. Net als je kunt werken aan de hemel op aarde kun je ook werken aan de hel op aarde. In de literatuur en het spraakgebruik komt dat veel meer voor. Iedereen kan zich een plaats voorstellen waar gemarteld wordt, waar honger geleden wordt, waar alle vorm van vrijheid is verdwenen. Als je daar ook nog vuur bij denkt is het plaatje compleet. In de Middeleeuwen maakte men daar graag schilderijen van. De schilderijen van Jeroen Bosch zijn misschien de beroemdste, maar ook in veel kerken vindt je oude middeleeuwse plafondschilderingen over het laatste oordeel waar je die zaken op kan zien. Jezus van Nazareth gebruikt ook zo’n beeld, de Gehenna. Dat lag in het dal van Hinnom ten zuiden van Jeruzalem. Hier werd het afval van de hele stad verbrand, inclusief dode dieren. Dag en nacht brandde er een vuur en hoe het stonk kan iedereen zich er waarschijnlijk wel voorstellen. De dreiging om in dat vuur geworpen te worden is duidelijk genoeg en voor niemand een dreiging die pas na je dood waar zou worden maar zou kunnen gebeuren als je uiterst slecht gedraagd. Dan verdien je een dergelijk soort straf. Dat is erger dan bestraft te worden door het Sanhedrin. Dat was het hoogste rechtscollege in religieuze zaken van Israel in de dagen van Jezus van Nazareth. En het kan van kwaad tot erger wil Matteüs ons duidelijk maken. Als je in woede tekeer gaat kom je voor het gerecht, als je iemand uitschelt voor nietsnut kom je al voor het hoogste gerecht, maar als je iemand uitmaakt voor dwaas, of leeghoofd, dat kom je in de buurt van dat helse vuur. Maar ruzie is van alle tijden. Moet je dan altijd maar alles inslikken en mag je niks meer zeggen? Integendeel. Als je deel wil hebben aan de godsdienst voor de God van de Liefde, die zich uitdrukt in de Wet dat je je naaste lief moet hebben als jezelf dan moet je de ruzie niet laten bestaan. Dan moet je er voor zorgen dat de ruzie de wereld uit gaat. Verzoenen heet dat met een duur woord. Verzoenen is dat je allebei erkent hoe je over de zaken denkt en dat respecteert. Dat betekent niet dat je hetzelfde moet denken maar dat je er geen ruzie meer over zult maken. Dat betekent het helemaal als het gaat over schulden die je hebt. Als je geen regeling hebt getroffen dan daagt je schuldeiser je voor de rechter. Vroeger kon je dan in het gevang komen, tegenwoordig kan je alles afgepakt worden om in het openbaar verkocht te worden. Daarom is het ook zo onverstandig om zo maar geld te lenen. En dat je geen ander mens als object voor je eigen lusten moet beschouwen is dan bijna vanzelfsprekend. Ook dat je er alles voor over moet hebben om niet op de verkeerde weg te komen, of om te keren. Dat omkeren kan altijd, vandaag nog als het moet.