Genesis 24:1-28
We hebben in ons land met enige regelmaat discussies over importbruiden. Ouders die hun kinderen hier zien opgroeien met hele andere gewoonten en gebruiken zijn bang dat die kinderen ook onze slechte gewoonten overnemen en hopen dat een partner voor hun kinderen met dezelfde gewoonten en gebruiken hen daarvoor zal behoeden. Onze regering is daartegen omdat ze bang is dat die importpartners niet goed zullen inburgeren. En angst is altijd een slechte raadgever. Dat je een bruid voor je zoon zoekt die snapt wat de gewoonten en gebruiken van jouw gezin zijn gaat terug op Abraham. Ooit was Abraham bang geweest dat de meesterknecht uit dit verhaal na zijn overlijden zijn erfgenaam zou worden maar hij had een zoon gekregen die alles moest erven.
De knecht snapte voldoende van de nieuwe manier van leven waar Abraham naar op zoek was, dat hij de zoektocht kon ondernemen. Het lijkt zo op het eerste gezicht dat het eerste de beste vriendelijke meisje het aanbod zal krijgen, maar zo eenvoudig is het niet. Als veel later Mozes vlucht uit Egypte en in de woestijn aankomt bij een bron moet hij vechten om de meisjes in de gelegenheid te stellen hun kudden te laten drinken. Delen van het water bij een woestijnbron is niet zo vanzelfsprekend. Als het water op raakt gaat iedereen dood en het laten drinken van een kudde kamelen is veel en zwaar werk.Wie dat toch doet en het bovendien uit zichzelf aanbiedt heeft de gewoonte om te delen, de gewoonte van gastvrijheid, die ook Abraham had geleerd en tot zijn godsdienst was gaan rekenen.
Rebekka is dus niet zomaar het eerste de beste meisje maar een meisje dat er uitspringt door haar zorg voor de naaste. Dat zouden die importbruiden dus ook mee kunnen brengen. Maar ja onze regering wijst liever mensen af dan voor ze te laten zorgen. Onderwijs geven in ons land, hen actief betrekken bij de samenleving is te veel gevraagd. Voor onze regering moeten die vreemden apart gehouden en apart gezet worden, we hebben dan ook een goddeloze regering. De weg van Abraham en zijn knecht is ook voor ons veel vruchtbaarder. We laten ons bovendien wijs maken dat we moeten trouwen uit liefde. Maar als we trouwen met iemand uit onze eigen cultuur, onze eigen omgeving, dat hoeven we niet bang te zijn besmet te worden door vreemde gewoonten, dan kunnen we liefde permiteren. Als jongeren van allochtone afkomst de kans zouden krijgen ook zulke bruiden en bruidegommen te zoeken, dan kunnen ook zij zich de liefde permiteren. En op het vermeerderen van liefde mogen we elke dag uit zijn, ook vandaag weer.