Genesis 21:22-34
We hebben een tijd terug hier uit het boek Rechters gelezen, vroeger noemden ze dat het boek Richteren. Daar werd beschreven hoe vaak het volk Israel wel niet oorlog had met de Filistijnen. Het is dan natuurlijk ook wel aardig een verhaal te hebben waarin het anders gaat. En zo’n verhaal lezen we vandaag. Die koning Abimelech was al eens goed bij de neus genomen door Abraham toen die zijn vrouw Sara aan de koning uithuwelijkte als was Sara zijn zuster. Dat wilde die koning natuurlijk niet nog een keer meemaken. Daarom ging hij met zijn generaal naar Abraham en stelde hij hem een verdrag voor dat ze elkaar niet zouden voorliegen. Abraham ging akkoord en beklaagde zich direct over een ruzie tussen zijn knechten en die van de koning. Over een waterput. In een droge omgeving leidt een ruzie over een waterput tussen herders die het vee te drinken moeten geven al snel tot een oorlog.
Niet bij Abimelech, die probeert eerst, door wat we tegenwoordig diplomatie noemen, het conflict op te lossen. Abraham gaat daarin mee een verdrag lijkt hem wel wat. Dat verdrag wordt bezegeld met een symbolische betaling, zeven ooien. En om het niet meer te vergeten noemen ze de plaats bij de bron “De put van de zevenvoudige eed”, ofwel Berseba. Het verhaal verklaard dus de naam van de plaats en geeft een andere manier aan om met je vijanden om te gaan. Je kunt ze ook als gelijken beschouwen. Dat doet die Abimelech want al is hij koning hij gaat naar de grote herder Abraham,vreemdeling in zijn land, en sluit een verdrag.
Dat zou een voorbeeld moeten zijn voor de nakomelingen van Abraham. De volken die zich beroepen op het hebben van een godsdienst en een land dat teruggaat op deze aartsvader. Maar onderhandelingen over vrede tussen buren, over het delen van het land gaan daar maar uiterst moeizaam. Zo moeizaam dat kleine groepen Palestijnen er wanhopig van worden en kwaad worden van alle vernederingen die ze moeten ondergaan. Daardoor grijpen ze naar geweld en dat vertraagt op haar beurt weer de vredesonderhandelingen en maakt dat de buurman zich nog meer bedreigd voelt. Dat leidt er dan weer toe dat Israël nog meer maatregelen neemt die alleen haar veiligheid lijken te dienen maar geen enkele rekening houden met elementaire rechten die hun buren zouden toekomen. Die circel moet nu doorbroken worden, liefst met een zevenvoudige eed, liefst met een bron die voor beide partijen vruchtbaarheid brengt, liefst in het licht van de God van Israël die tegen Joden en Palestijnen gezegd heeft dat je je naaste lief moet hebben als jezelf, ook vandaag nog.