Hebreeën 11:23-40
Er zijn van die feestdagen in de traditie van de kerk die soms aan slijtage onderhevig zijn maar bij tijd en wijle toch weer populair worden. Zo hebben we in november “allerzielen”” dat de laatste jaren een steeds grotere belangstelling krijgt. Op allerzielen worden alle mensen herdacht die overleden zijn. Niet iedereen is immers een voorbeeld, al noemt het stuk uit Hebreeën dat we vandaag lezen nog een flink aantal boeiende voorbeelden, maar iedereen is wel een mens en daarom het herdenken waard. Rond allerzielen worden ook bezoeken gebracht aan begraafplaatsen of muren met urnen. In Rooms Katholieke kerken vinden vaak vieringen plaats en in Protestantse Kerken gebeurt dat op één van de zondagen voor of na allerzielen, of op de zondag voor de eerste advent. Dan worden vaak de namen nog eens genoemd van hen die in het afgelopen jaar overleden zijn.
Een feestdag die vlak bij allerzielen wordt gevierd is de dankdag voor gewas en arbeid. Als alle oogst binnen is en verwerkt dan wordt het tijd daar samen God voor te danken. De dankdag voor gewas en arbeid lijkt met haar vreugde in tegenstelling te zijn met de droefenis van allerzielen. Toen we bijna allemaal nog werkten in de landbouw en veeteelt was het nu het moment om de oogst te tellen. De oogst is niet alleen binnengehaald maar ook opgeborgen voor de winter. Het vee is geslacht en het vlees geconserveerd voor de komende tijd. Het zal nog maar een paar weken duren en de eerste armen komen langs met een lichtje en een lied over Sint Maarten. Tijd om te denken aan het rijk van eerlijk delen en zorgen voor elkaar. Daarin mag je dankbaar zijn voor de tijd die je het leven mocht delen met hen die gestorven zijn.
Iedereen heeft ook goede herinneringen aan hen die gestorven zijn en die herinneringen geven mee vorm aan het goede dat er nu nog in het leven is. Daarmee worden dierbaren die overleden zijn ook voorbeelden die inspireren om het Rijk van God mee vorm te geven. En als de schrijver van de brief aan de Hebreeën terugkijkt in de geschiedenis van Israël dan zijn er voortdurend momenten te zien waarop het volk weer het volk van de God van Israël kon zijn en weer verder kon. Zo is het ook voor ons goed om af en toe achterom te kijken naar onze eigen geschiedenis en de momenten te benoemen waarop we, misschien zelfs ongedacht, weer verder konden met ons leven. Dan zullen we merken dat de doden ons niet vasthouden maar ons kracht kunnen geven om vooruit te kijken. De liefde die wij van onze geliefden ontvingen maakt dat we mogen blijven geloven aan de Liefde en de mogelijkheid liefde te verspreiden. En daartoe roept de Bijbel ons elke dag opnieuw op, ook vandaag weer.