Lucas 11:37-53
Farizeën en wetgeleerden. We kennen ze en ze staan in onze taal in een kwade reuk. Ze krijgen in dit schriftgedeelte door Jezus van Nazareth ongezouten de waarheid gezegd. Maar mogen wij blij zijn geen farizeën of wetgeleerden te zijn? Dat is nog maar de vraag. Farizeën probeerden de leer van het volk Israel ook onder het hele volk levend te houden. Zij waren de uitvinders van de Synagogen waar Jezus van Nazareth zo vaak kwam om uit de boeken van Mozes en de Profeten voor te lezen en er uitleg over te geven. En dan de wetgeleerden. De Wet van de Woestijn is toch het hart van het verhaal van Israel en gaat het ons ook niet om het houden van die wet, de wet van delen, van houden van je naaste als van jezelf? Jezus van Nazareth verwijt de Farizeën dat ze alleen letten op uiterlijkheden. Als hij vermoeid en uitgeput aan tafel gaat liggen, en iedereen lag in die tijd aan tafel, dan is er geen vraag naar het waarom, geen belangstelling voor zijn persoon, maar alleen een verwijt dat hij zich niet aan de regels houdt.
De wetgeleerden moeten het op dezelfde manier ontgelden, wel praten over normen en waarden, wel roepen dat de wet gehouden moet worden, maar steun aan de armen ho maar. Is er dan veel veranderd? Heeft de discussie over normen en waarden van het zich zo christelijk noemende CDA iets opgeleverd voor bijstandsmoeders, hun kinderen, voor de armen in onze samenleving? Zijn er schulden kwijtgescholden, onrechtvaardige tolmuren gesloopt? Hebben producten uit arme landen betere kansen gekregen op onze binnendlandse markten, is de concurentie met boeren in arme landen gestopt? Is onze samenleving rechtvaardiger geworden als het gaat om de armen in de wereld? Letten onze militairen inmiddels als eerste op de slachtoffers die er in de oorlog vallen en staan zij naast die slachtoffers, vriend of vijand?
Misschien zouden we wat meer Farizeën en Wetgeleerden moeten worden en dan ook doen wat ze zouden zeggen en wat er in het verhaal van Israel staat. Niet de nette pakken en de mooie jurken, niet de fraaie hoeden en de uniformen bepalen of normen en waarden gehaald moeten worden. Ook niet de mooie woorden die machtigen en rijken kunnen spreken, maar de Liefde voor de minsten in onze samenleving bepaalt de juiste normen en waarden. Netjes doen, je fatsoen houden, is niet verkeerd, maar zonder rechtvaardigheid voor de armen betekent het niets, is het zelfs antichristelijk. Gelukkig dat we elke dag opnieuw weer mogen beginnen ons in de eerste plaats te richten op de minsten onder ons, de minsten in onze eigen samenleving en de minsten in de hele wereld, want allen, tot aan de uiteinden der aarde zijn onze broeders en zusters. Iedere dag verdienen ze onze zorg. Ook vandaag weer.