Genesis 16:1-16
Zo op het eerste gezicht is dit een verhaal over vrouwenonderdrukking maar in werkelijkheid een verhaal over hoe we echt met elkaar om horen te gaan. Sarai, de vrouw van Abram, had al 10 jaar in het vruchtbare Kanaän gewoond en nog steeds geen kinderen gekregen. Dan mag je wel aannemen dat je onvruchtbaar blijft. Ze verzint dus een list, een Egyptische Slavin genaamd Hagar moet namens haar maar een kind krijgen. Hagar betekent volgens sommigen zwerfster, volgens anderen vluchtelinge, in elk geval is het een vreemdelinge. Die Hagar heeft het dus helemaal gemaakt, zwanger van de grote vader, want Abram betekent grote vader, dus is zij de eerste onder de vrouwen. Sarai pikt dit niet en neemt wraak. Hagar vlucht en dan komt God tussenbeide.
Die God van Abram die aan Abram en zijn kinderen een groot nageslacht heeft beloofd, heeft dat nageslacht dus ook aan de zoon van Hagar beloofd. Ook al zal dat volk van Ismaël in oorlog zijn met het volk van de andere kinderen van Abram, beiden zullen ze groot geacht worden. Achteraf natuurlijk gemakkelijk te zeggen dat ze gelijk had. Maar je moet maar durven vertrouwen op zo’n belofte als je de woestijn bent ingevlucht omdat je zo vernederd bent. Dat Abram de zoon toch opneemt als zoon van Hagar, door hem Ismael te noemen, betekent dat Hagar er voortaan ook bij hoort, net als Sarai maar zeker niet als de mindere. Zo gaan we dus met elkaar om, ook een zwervende vreemdelinge hoort er bij.
Abram weet dat, hij is immers zelf nog een zwervende vreemdeling in Kanaän. Zwangere vrouwen wegsturen, kinderen in de gevangenis stoppen, vreemdelingen met de nek aankijken en vernederen, het hoort allemaal niet bij het verhaal van God.
Die God van Abram, en dus ook de God van Hagar, ziet op de minsten, op de zwaksten, en heeft de bedoeling dat wij ze daardoor ook gaan zien. Juist een goede behandeling voor vreemdelingen, maakt ons tot een christelijk volk, dat zijn we dus nog lang niet. Er wordt al een aantal jaren om gevraagd. Mensen in de gevangenis stoppen als ze geen misdrijf hebben begaan is niet de oplossing. Mensen die hier zonder toestemming zijn tot criminelen verklaren is ook geen oplossing. Als je wilt dat ze teruggaan naar het land waar ze vandaan komen breng ze er dan heen. Eindelijk is dat ook door de PKN doorgedrongen en hebben ze een klacht ingediend bij de Europeese Rechter. Ze verdienen onze steun en zorg voor vreemdelingen in de knel mag elke dag opnieuw, ook vandaag weer.