1 Koningen 2:1-12
David was drie en dertig jaar Koning in Jeruzalem. Jezus van Nazareth was drie en dertig jaar toen hij aan het kruis stierf. Die getallen staan er niet zomaar, die staan er om de volheid van hun tijd aan te duiden.Het getal van de volheid is veertig en aangezien David ook zeven jaar in Hebron had geregeerd is zijn tijd echt vol. Bij Jezus was er kennelijk nog een zeven jaar bij God nodig. Die jaren zijn geen jaren uit onze geschiedenisboekjes, die jaren duiden aan dat de levens en de verhalen er over op de God van Israël betrokken zijn en dat ze gaan over de geschiedenis zoals de God van Israël onze geschiedenis heeft veranderd. Maar alle mensen gaan dood en ook David gaat dood. Hij gaat de weg van de aarde staat er letterlijk. En voor een belangrijk persoon sterft wordt er een testament gemaakt, Ook David maakt zijn testament voor zijn zoon.
Er zijn vier elementen in dat testament. Ten eerste wordt de belofte van de God van Israël herhaald dat het huis van David zal blijven zolang dat huis van David verbonden blijft met de God van Israël. Voor Salomo betekent dit dat hij de wetten van Mozes zal moeten onderhouden. Hij krijgt dus uitdrukkelijk de opdracht de weduwe en de wees te beschermen, de arme recht te doen en de vreemdeling gastvrij te ontvangen. Maar hij krijgt ook waarschuwingen. Allereerst Joab. David verwacht dat Joab zijn eigen agenda ten uitvoer zal brengen zoals inderdtijd met Abner en Amasa had gedaan, tegen het bevel van David in had hij ze gedood. Vreemdelingen moet hij gastvrij ontvangen en met name de nazaten van Barzilai die als buurman van Israël toch David ontving toen hij op de vlucht was voor Absalom. Zijn zonen hebben recht op de beloning die Barzilai weigerde. David waarschuwt ook voor Simi, die tijdens de vlucht voor Absalom David bekogelde met stenen en verwensingen. Ook hij zal proberen zijn eigen agenda te volgen.
Zo komt er dus een einde aan het bewind van David. Zo komt er schijnbaar ook een einde aan het verhaal over David. De Koning wordt begraven op de Davidsburcht in Jeruzalem. Hij verlaat het paleis dus niet. Het paleis in Jeruzalem blijft dus het huis van David en alle Koningen die daar wonen mogen zich Koningen weten van het huis van David. De opdracht zich te houden aan de wetten van Mozes geldt dus niet alleen voor Salomo maar voor alle Koningen uit het huis van David. Daarmee is het verhaal van David dus niet uit. De Zoon van David die wij het beste kennen, Jezus van Nazareth, liet die Wetten van Mozes uit de Tempel de wereld in gaan zodat alle volken op aarde die wetten zouden kunnen volgen. Wetten die zich laten samenvatten in het heb uw naaste lief als uzelf. Ook wij horen dus de oproep van David. Ook wij kunnen Koningen en Priesters worden zoals David geschetst heeft, door te luisteren naar en te handelen volgens die Wet. Dat mag elke dag opnieuw, ook vandaag.