2 Samuël 24:15-25
Hoe stom kun je zijn? Hoe kom je er bij dat je met het tellen van de bevolking iets zou kunnen bereiken. De Bijbelse boodschap is dat je moet vertrouwen op de barmhartigheid van de Heer. Dat wat God ons aan goeds schenkt is immers ontelbaar. Maar wij willen tellen, mensen tellen, meningen tellen. Elke dag weer worden mensen in onze samenleving gevraagd om hun mening ergens over te geven. Over de partij waarop ze willen stemmen, over het lied dat ze willen zingen, over de auto waarin ze willen rijden, over de straat waarin ze willen wonen en noem maar op. Via ingewikkelde en ondoorzichtige berekeningen worden die meningen dan herleid tot wat we allemaal samen zouden antwoorden op die vragen. Het verhaal dat we vandaag lezen laat ons zien hoe stom dat wel niet is. De peilingen waarop onze politici vertrouwen komen zelden uit. Maar ons wordt zo vaak voorgehouden dat de peilingen de werkelijkheid weergeven dat we zelfs ons vertrouwen als consumenten op tal van peilingen baseren. Daarom daalt dat vertrouwen steeds.
David en Israël leren het op de harde manier. De pest breekt uit en duizenden komen om. Weg is het resultaat van meer dan negen maanden tellen door Joab. David moet het boetekleed aantrekken en de God van Israël smeken om de pest te stoppen. Er zou drie dagen pest heersen maar God laat in dit verhaal zien dat de God van Israël niet een God van wraak is. Na een dag is de Pest al weer voorbij. David moet er wel wat voor doen. Hij moet op de dorsvloer van Arauna een altaar bouwen en een offer brengen aan de God van Israël. En dan laat David nog maar eens zien dat hij eigenlijk heel goed heeft begrepen waar het de God van Israël om te doen is. Hij krijgt de dorsvloer en alles wat nodig is om te offeren en een altaar te bouwen gratis en voor niks aangeboden. Maar hij weigert het aanbod. Hij koopt alles en betaalt van zijn eigen bezit. Het offer is bedoeld om te laten zien dat hij bereid is te delen van wat God hem heeft gegeven. Alles wat hij heeft, alles wat ieder van ons heeft, komt van God en is er voor bestemd de wereld een beter aanzien te geven. Bereidheid om te delen van wat we hebben is dus het eerste wat gevraagd wordt.
Het is ook daarom dat je vaak over een dorsplaats leest als de plek waar geofferd moet worden. De dorsplaats van Arauna lag volgens geleerden op de top van de berg Moria. Die berg kennen we uit het verhaal over het offer van Abraham. Die dacht zijn zoon te moeten offeren maar in plaats daarvan kreeg hij een lam om te offeren. Zo hoeft ook David niet de zoon van David te offeren maar moet hij zijn bezit delen. Wij leren dat nooit lijkt het wel. Wij blijven onze kinderen offeren aan aanzien en rijkdom. Daar worden de oorlogen voor gevoerd. Daar wordt de gezondheid van onszelf en onze kinderen voor op het spel gezet. Daarom vertrouwen we liever op de opiniepeilingen dan op de genade van de God van Israël. Ook voor ons komen die peilingen zelden uit. Er hoeft maar een storm te woeden of een trein gekaapt te worden of de mening van het volk slaat om. De enige voorspelling die uit zal komen is de voorspelling van de God van Israël dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal komen waar alle leed geleden zal zijn. Daar mogen we elke dag opnieuw aan werken, ook vandaag weer.