2 Samuel 13:23-37
Een verkrachting dient bestraft te worden. Nu is straffen nog iets anders dan wraak nemen. Het verhaal van vandaag laat ons om te beginnen zien dat, als er geen straf op een wandaad, een misdaad, volgt, de kans op wraak toeneemt. Het verhaal is het verhaal van Absalom. Hij heeft zijn zuster Tamar in huis die dag in dag uit het slachtoffer blijft van de verkrachting van Amnon. Zij komt de deur immers niet meer uit. Moeten leven met een slachtoffer zonder dat er iets gebeurd is zeer zwaar. Als een dader wordt gepakt en berecht dan kan er iets worden afgesloten. Een rechter wijst de schuldige aan, spreekt het schuldig ook uit en bepaald de straf. Je kunt dan de straf te laag vinden maar dan wordt je boos op de rechter. Je boosheid op de dader kun je achter je laten die krijgt in elk geval het verdiende loon. Maar Amnon wordt niet berecht, laat staan bestraft en dat vreet bij Absalom.
Nu moeten we ons afvragen wat het verhaal van vandaag eigenlijk voor een verhaal is. Het is geen journalistiek verslag van gebeurtenissen. Het is geen historisch onderzoek. De verhalen in de Bijbel zijn bedoeld om van het werk van Gods hand te vertellen zodat wij ons er naar kunnen richten. Hoe gaat de God van Israël om met zijn kinderen? Nu kijk dan eens wat er in dit verhaal met David gebeurd. Hij was woest over het gedrag van Amnon, maar moet David nu Amnon straffen? Hij had immers ook Batseba verkracht toen ze nog getrouwd was? David kan dus niks. Absalom wel en hij nodigt David uit om met zijn zonen naar het schaapscheerdersfeest te komen. Daar hoort een herder immers bij. David wil niet, hij kan kennelijk niet en daarom vraag Absalom de kroonprins Amnon in zijn plaats. Zo is de herder van Israël toch bij het oogstfeest, samen met al zijn broers. Absalom zorgt er voor dat Amnon dronken wordt en wordt omgebracht, Door de knapen van Absalom staat er, niet door zijn knechten want knechten handelen niet op “befehl ist befehl”, dat doen alleen geestverwanten.
Als de kroonprins dood is dan is de opvolging dood, dan is het hele huis van David dood. Er moet een familielid aan te pas komen om David er op te wijzen dat het hier een wraakneming betreft van de een op de ander. Niet het huis van David heeft Tamar verkracht, alleen Amnon en dus zijn niet alle broers dood, maar slechts één. God wordt in het verhaal niet genoemd. God is niet een oplosser die voor tovertrucs zorgt. De morele schade die David opgelopen heeft door de moord op Uria leidt tot moord en doodslag in zijn familie. Die moord en doodslag en de morele schade waar mensen slachtoffer van worden kun je niet aan de God van Israël verwijten. Dat David gehoorzaamt aan het gebod dat hij niet doden mag versterkt alleen de wraakgevoelens van Absalom. Zo roept de ene moord de andere op. Die spiraal is alleen handelend te doorbreken. We moeten er dus op letten dat we blijven benoemen wat fout is. Dat wie fouten begaat zich veranderd, de fouten toegeeft en opnieuw wil beginnen. Anders blijft het kwaad nieuw kwaad oproepen. Zo mogen we zorgen voor onze naaste, elke dag opnieuw, ook vandaag weer.