Romeinen 15:1-6
Zo dat is mooi, je mag van Paulus bij de sterken horen. Er zijn immers altijd zwakkeren. Zeker in onze wereld waar meer dan de helft van de wereldbevolking niet eens over een toilet beschikt of over stromend water. In onze wereld waar elke dag duizenden kinderen dood gaan van de honger, of van ziekte omdat ze te arm zijn om medicijnen te kopen. In een dergelijke wereld hoor je al snel tot de sterken als je woont in een land als het onze. En waarom is dat belangrijk? Omdat het ons in de gelegenheid stelt de zwakken te helpen in plaats van ons eigen belang te dienen. Want als je nagaat waarom de rijken rijk en de armen arm zijn dan zul je ontdekken dat de sterken zich en de rijken in hun midden beschermen tegen de zwakken die nu eenmaal daardoor ook arm zijn. Als er een arm land is dat dreigt rijk te worden dan overspoelen we dat land met goedkope produkten en dan wordt het vanzelf weer arm. Alleen onbaatzuchtige hulp kan dat veranderen. India is daar een voorbeeld van. Generaties lang zijn er leden van allerlei kerken en congregaties onderwijs gaan geven aan die arme zielige Indiase kinderen. De mensen uit die kerken en congregaties werden er zelf niet beter van. Ook de mensen die met kwartjes en dubbeltjes de scholen en de onderwijsgevenden in zo’n arm land ondersteunden werden er niet beter van. Het gevolg is nu dat in India geweldig veel hoog geschoolde jonge mensen wonen die genoegen nemen met een relatief laag loon. Zij ontwikkelen computerprogramma’s, leren een vreemde taal en stichten een call centrum, en langzaam maar zeker wordt India een rijker land. Het zal nog wel lang duren voor ze geleerd hebben dat delen nog beter werkt en dat daardoor de meest schrijnende armoede uit India verdwenen zal zijn. Maar de onbaatzuchtige liefde voor de naaste die geleid heeft eerst tot ontwikkelingshulp en toen tot ontwikkelingssamenwerking heeft uiteindelijk toch geholpen. Ondanks alle menselijke fouten die zijn gemaakt. Paulus had dat al door, laat je leiden door wat van belang is voor de ander. Dat heeft hij eeuwen geleden op laten schrijven en we herhalen het in de wereld van vandaag. Maar Paulus had het ook niet van zichzelf. Hij wijst op nog oudere verhalen waar dezelfde boodschap in was vervat. Altijd al, lijkt hij te willen zeggen, hebben mensen ontdekt dat onbaatzuchtige liefde voor de naaste de gemeenschap, je volk, je land, je samenleving en uiteindelijk de wereld vooruit helpt. Altijd zijn er tekenen in de wereld die het gelijk daarvan bewijzen. Er is in onze dagen veel kritiek op ontwikkelingssamenwerking. Projecten mislukken, lopen uit op eenzijdige verrijking door machtigen en sterken. Dat kan, maar mensen worden gezonder, kinderen overleven, een volk raakt meer geschoold en ontwikkeld zichzelf. Heel langzaam wordt daarin iets van het Koninkrijk van God zichtbaar. Laten we onze ogen er voor openhouden.