Werp het lot

1 Samuel 14:31-46

We waren het vasten een beetje vergeten. Zelfs de vasten in 40 dagen tijd door onze Rooms Katholieke broeders en zusters was een beetje ondergesneeuwd in het Carnaval dat er aan vooraf gaat. We hebben ook zo’n luxe dat als we ons wat ontzeggen er nog genoeg overblijft om van te leven. En wat onze supermarkten weggooiden was genoeg om de voedselbanken te bevoorraden. Het zijn onze moslim broeders en zusters die ons weer hebben geleerd hoe zwaar het vasten kan zijn. Van de vroege morgen tot de ondergang van de zon niet eten en drinken is zwaar. Zeker als er in die tijd ook nog zwaar werk moet worden verricht. Elk jaar weer met de Ramadan leren we weer van hen wat vasten kan betekenen. En ook voor hen geld dat het doel is zich te ontdoen van de slavernij van consumeren en meer en altijd maar meer te moeten hebben. In het gedeelte dat we vandaag uit de Bijbel lezen leren we hoe gevaarlijk het kan zijn als we ondoordacht gaan vasten.

Het was immers Koning Saul die de overwinning die de God van Israël had geschonken aan zijn zoon tot een heilige oorlog omsmeedde. Dat je tijdens een oorlog die de goedkeuring van de God van Israël heeft moet vasten staat nergens. Het was Saul ook nooit voorgehouden. Hij had moeten wachten in Gilgal op Samuël de profeet, maar dat deed hij niet. Nu was zijn leger uitgeput aan het eind van de dag. En het was maar goed dat de Filistijnen hun etensvoorraden op de vlucht niet hadden meegenomen. Geiten, schapen, koeien en kalveren werden gegrepen, geslacht en gegeten. Alle regels over het slachten en eten van dieren waren vergeten. De honger na de zware arbeid van het oorlog voeren was te groot. Nu hoor je respect te tonen voor een dier waarvan je het leven neemt om jou in leven te houden. Dat leven zit in het bloed en dat bloed hoort dus aan God die het leven geeft. Daarom hoor je zo te slachten dat je het bloed op het altaar kunt sprenkelen. En het kind van een volwassen dier eet je niet met de moeder. Kalveren en runderen samen slachten is een gruwel, disrespect voor de dieren die je eet, een belediging voor de God die het leven schonk.

Saul beseft dat hij weer terug moet naar de Godsdienst die hem tot koning had gemaakt. Hij maakt zelf een altaar en slacht daarop het voedsel voor zijn leger. Maar dan, moeten ze doorgaan met de oorlog of is het genoeg? Een priester wordt gevraagd God te raadplegen. Daarvoor zijn twee heilige stenen aanwezig die, als je het lot gooit, God antwoord kunnen laten geven. Maar God geeft geen antwoord, er is iets mis. En als Saul laat uitzoeken wat er mis is dan wordt zijn zoon Jonathan aangewezen. Die moet dus geofferd worden. Maar dan laat het volk zien er meer van begrepen te hebben dan Saul. De overwinning was immers door de God van Israël geschonken aan Jonathan? Het kan niet zijn dat hij fout was en dus blijft hij leven. Daar eindigt deze oorlog ook. De Filistijnen trekken zich terug en Saul ook. Geweld is dus niet de oplossing voor de vrede. Geweld kan, met respect, met in gedachten dat je niet mag doden, dat je zelfs voor de dieren die je eet respect moet hebben, geweld kan nodig zijn. Maar ook wij moeten steeds opnieuw bedenken waarvoor het nodig kan zijn en waar het moet ophouden. Dat gold voor Saul, het geld voor ons ook, elke dag weer.

Plaats een reactie