Openbaring 2:18-29
Moet je nu als Raad van Kerken, Protestantse Kerk Nederland of plaatselijke gemeente een actie starten tegen figuren als Yomanda of als die TV sterren die beweren met doden te kunnen communiceren en met geesten te kunnen fluisteren? Het zijn bedriegers die net doen of ze voorzien in de behoefte aan religieuze ervaringen. Ze leiden af van waar het werkelijk in de Bijbel over gaat, de komst van het Koninkrijk van God, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, waar geen tranen meer zullen vloeien. De vraag of je je moet houden bij je eigen verhaal, of dat je je ook moet verzetten tegen de bedriegers en bedriegsters die vanouds de mensheid belagen, is al zo oud als de Bijbel is. Koning Saul werd veroordeeld omdat hij raad had gezocht bij zo’n geestenfluisteraarster en ook in het nieuwe testament worden deze praktijken veroordeeld. Vandaag lezen we een brief aan de dappere gemeente Thyatira.
Wij kennen deze gemeente niet meer. Ze lag in Turkije aan een belangrijke handels en militaire route. Het was druk op die weg en om er aan te verdienen moet je iets hebben om er aan te kunnen verdienen. Thyatira had twee dingen. Ze hadden een tempel voor Apollo en ze hadden Izebel. Die twee hoorden wel vaker bij elkaar. Bij de Tempels voor Apollo in Griekenland hoorden ook de orakels, vrouwen die zich in trance lieten brengen, door drugs of bedwelmende stoffen en dan de toekomst voorspelden of bij belangrijke beslissingen raad gaven. Paulus gaat zelfs zo ver dat hij verbiedt dat deze vrouwen nog spreken in de Christelijke gemeente. Helaas leggen sommigen dit uit dat alle vrouwen moeten zwijgen, maar zo is het niet. De tekst van Johannes suggereert hier dat de Izebel waarover gesproken wordt een Joodse of zelfs een Christelijke vrouw zou kunnen zijn die de suggestie wekt namens de God van Israël te spreken. Voor Johannes heet ze dan geen Izebel, maar is het een Izebel, een vrouw die net als de vrouw van koning Achab de mensen uitlacht die trouw willen blijven aan de voorschriften van de God van Israël.
Hoe het ook zij in het licht van deze brief kunnen we ook wat zeggen over onze eigen houding tegenover de bedriegers en bedriegsters die als bekende Nederlanders met hun bedrog zich een goed inkomen proberen te verwerven. Dat de mensen in Thyatira het steeds beter doen kan niet anders betekenen dat ze het steeds meer opnemen voor de minsten in hun samenleving. Liefdevol, gelovig en hulpvaardig worden ze genoemd. Ze hebben hun naaste lief, ze geloven in een betere samenleving en staan open voor hulp daar waar het nodig is. We nemen in onze kerken en gemeenten graag een voorbeeld aan een dergelijke gemeente. Een missionaire opdracht noemen we dat, laten zien in de samenleving wat het geloof in de God van Israël in de praktijk kan betekenen. Maar daar moet het dus niet blijven. Het bedrog van orakels, geestenfluisteraars, instraalsters en pseudoreligieuzen moet dus ook aan de kaak gesteld worden. Het is volgens het boek van Johannes een taak van de Christelijke gemeente. We kunnen elke dag laten zien waar de gemeente voor staat, maar intern moet je dus ook de houding tegenover dit bedrog aan de orde stellen.