Openbaring 3:1-6
Je moet toch een encyclopedie nemen om de boodschap van de Bijbel soms te kunnen verstaan. Want wat is Sardes en waarom wordt daar een brief heengeschreven over de dood. We lezen dan dat Sardes de stad was van Koning Croesus. Dat was de Koning uit de Griekse Mythologie die van goud hield en wel zoveel dat alles wat hij aanraakte veranderde in goud. Hij stierf van de honger omdat ook zijn eten veranderde in goud. De Christelijke gemeente in Sardes was kennelijk ook een bewonderaar van Croesus. Ook zij zijn meer op goud uit dan op leven. Het streven naar winst en meer winst, naar kapitaal en versterking van kapitaal is streven naar de dood. Dat wist de Griekse mythologie al, dat is ook de boodschap van de Bijbel.
Ook Johannes schrijft dat een doodshemd geen zakken heeft. Je kunt al dat kapitaal niet met je meenemen. Wat blijft van een mens is het goede dat die mens deed, van de doden immers niets dan goed. Als we dus kiezen voor het leven dan kiezen we voor het doen van het goede en niets dan het goede. Dat was al waartoe Paulus zijn gemeenten opriep. Maar temidden van de goudzoekers in Sardes is het slechts een kleine minderheid die kiest voor het leven en zich niet laat verleiden tot het najagen van goud en glitter. Ook in Sardes hadden ze overigens hun eigen orakel. Een dame die zich gewijd had aan Artemis, de zuster van Apollo, en waarvan gezegd werd dat ze de doden tot leven kon wekken.
Volgens Johannes zijn niet alleen de doden dood maar zijn zelfs de levenden op sterven na dood. De schittering van goud en diamanten kan dan wel levendig lijken, oogverblindend zelfs, maar het is schijn, het is klatergoud en glas. Ook in onze dagen wordt er opgekeken naar de rijken, zij die de Quote500 weten te halen. Als hen gevraagd wordt om iets meer bij te dragen aan de samenleving zodat de armsten kunnen worden ontzien dan heet het jaloeziebelasting. Dat die extra belasting voor hen een levensverzekering is hoor je maar weinig. In de Verenigde Staten hebben de allerrijksten zelf aangeboden iets meer aan de samenleving bij te dragen. Het aanbod wordt door velen afgewezen, je kunt immers beter naar het hebben kijken dan naar het delen. Het delen zoals dat in kerken wordt geleerd vestigt maar de aandacht op de minsten, de zwaksten in de samenleving. Gelukkig dat gelovigen daar elke dag weer voor mogen zorgen, zij staan dan in het licht van Gods Geest, iedere dag opnieuw, ook vandaag weer.