Jesaja 32:9-20
Wie in onze dagen hoort spreken over de Heilige Geest hoort over het algemeen over het Pinksterverhaal alsof het daarmee pas begonnen is. Nu werd op het eerste Pinksterfeest na de kruisiging van Jezus van Nazareth de Geest inderdaad uitgestort op talrijke mensen in Jeruzalem, die zich bij de nieuwe beweging van de Weg aansloten, maar het verhaal over de Geest van God begint in de Bijbel al op de eerste bladzijde. Dan immers zweeft de Geest van God over de chaos die de aarde dan nog is, woest en ledig. En die Geest van God maakt dan van de aarde een wereld waarop mensen kunnen leven, waarop mensen van elkaar kunnen houden. Het zijn die mensen die de aarde voortdurend weer tot een chaos maken en moeten smeken om de Geest van God om er weer een leefbare wereld van te maken. Vandaag lezen we daarover in het boek van de profeet Jesaja.
Profeten zien de maatschappij aan en zien waarop het uit zal lopen als je zo doorgaat. Jesaja ziet de oogstfeesten. De druivenpluksters zijn teruggekeerd uit de wijngaarden, de druiven gaan in de persbakken en onder vrolijk handgeklap springen de pluksters in het rond om er het druivensap uit te persen waarvan de wijn gemaakt kan worden. Een proces dat al eeuwen en eeuwen oud is. En altijd en overal is het een feest. De profeet ziet echter donkere wolken. Er zijn dreigingen aan de horizon. Wereldmachten spannen samen om de macht in de wereld aan de ander te ontnemen. Kleine volken zullen daarbij vermorzeld worden. Vooral omdat een volk als Juda ook nog de verkeerde bondgenootschappen kiest, ze maakt de keuze voor Egypte. Jesaja roept daarom de druivenpluksters op te gaan demonstreren. Niet de feestkleding maar de rouwkleding moeten ze dragen en dan door de straten gaan, dat zal indruk maken. Want de volgende druivenoogst zal mislukken, dan is de stad en zijn de wijngaarden vernield door een machtige vijand.
Een somber vooruitzicht schetst de profeet de meisjes van Jeruzalem. Maar er is ook hoop. De ellende die de onverschilligheid en het voortdurend blijven feesten met zich meebrengt zal hen ook tot bezinning brengen. Ze zullen weer terugkeren naar de Weg van de God van Israël en in zijn Geest de samenleving gaan beheersen. Dat betekent dat mensen weer recht zal worden gedaan, dat zelfgemaakte gouden en zilveren goden worden afgeschaft. Dat betekent dat er weer zorg is voor de minsten, de zwaksten in de samenleving. Dat zorg gaat voor feesten en dat er op gelet wordt dat iedereen mee kan doen aan het genieten van hetgeen de God van Israël gegeven heeft. En van gerechtigheid komt vrede, dan hoeft niemand immers ontevreden te zijn. Dan zal het verstand weer terugkeren want wie nadenkt zal weten dat de meest vruchtbare grond langs het water gevonden wordt. Voor ons geldt die roep om de zorg voor de minsten voorop te stellen ook, misschien moeten ook wij soms eens wat vaker demonstreren, maar zorgen kunnen we elke dag weer opnieuw in de Geest van de God van Israël, zodat er een leefbare wereld ontstaat, ook vandaag weer.