Om ontucht te vermijden

1 Korintiërs 7:1-11

Tot op de dag van vandaag is het moeilijk om elkaar niet als object zien waarmee je je lusten kunt bevredigen. De Nieuwe Bijbelvertaling zegt wel heel netjes dat Paulus schrijft dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. Maar letterlijk vertaalt staat er dat het goed is dat een man een vrouw niet aanraakt. Die gedachte is in onze vertalingen bijna weggevallen. De Statenvertaling, de Herziene Statenvertaling en de Naardense Bijbel hebben dat niet aanraken gewoon laten staan. En we vinden het terug in de Islam waar stenge gelovigen weigeren om een vrouw zelfs een hand te geven. Zij volgen het advies uit het Christelijke Nieuwe Testament zoals dat door Paulus wordt gegeven. Niet om vrouwen te onderdrukken dus, of om ze te vernederen dus, maar om er voor te zorgen dat mannen afleren om vrouwen te zien als voorwerpen waarmee je je eigen lust moet bevredigen. Aangezien ons land en onze cultuur komt vanuit de wens om zelf weer te kunnen zien hoe we volgens de Bijbel moeten leven is het geen hand willen geven aan een vrouw een zeer Nederlandse daad die teruggaat tot de dagen van de Statenvertaling, die in de Gouden Eeuw verscheen.

Paulus was zelf niet getrouwd. Hij leefde tussen een aantal heel verschillende en tegenstrijdige culturen in. De relatie tussen mannen en vrouwen was zeker in de Griekse en Romeinse cultuur ook nog zeer religieus getint. Tempelprostitutie was vanouds een onderdeel van menige religie rond Israël en in het Romeinse rijk. Welke nieuwe gewoonten moesten er nu gaan gelden in de jonge gemeenten waar al die verschillende culturen bij elkaar gekomen waren en waar het verschil tussen die culturen en tussen mannen en vrouwen zou moeten zijn weggevallen? De liefde tussen mensen is daarbij het uitgangspunt. De Hebreeuwse Bijbel, voor Paulus steeds het uitgangspunt bij zijn beschouwingen, beschrijft de liefde tussen God en zijn volk als de liefde tussen man en vrouw. Het hoogtepunt van die beschrijving is te vinden in het boek Hooglied, dat één groot loflied is op de diepgaande liefde die tussen man en vrouw kan opbloeien. En dat we dus gerust mogen vergelijken met de liefde die God heeft voor de mensen.

Paulus beschrijft de relatie tussen twee gehuwden dan ook als een volstrekt gelijkwaardige relatie. De een mag de ander niet weigeren en de ander mag de een de toegang tot zich niet onthouden. Voor een samenleving waar de een de ander bezit een volstrekt revolutionair uitgangspunt. Ook voor gemeenschappen waar de man het hoofd en de vrouw onderdanig zou moeten zijn klinken de woorden van de Bijbel als het verkondigen van de revolutie. Een huwelijk is dan ook niet gemakkelijk op te vatten volgens Paulus. Je neemt nog al wat op je aan verplichtingen tegenover de ander. En voor weduwen en weduwnaars geldt dat de diepgaande relatie die je al gehad hebt het er in een nieuwe relatie niet gemakkelijker op maakt. Paulus schrijft over de relatie tussen mannen en vrouwen, zou hij geschreven hebben over mannen en mannen en vrouwen en vrouwen dat zou hij nog minder begrepen zijn dan nu het geval is. Maar wie goed leest ziet dat Paulus schrijft over de onbaatzuchtige liefde tussen mensen die de basis hoort te zijn voor een duurzame relatie tussen twee mensen. Het huwelijk waar hij over schrijft was geen registratie op een stadhuis of een inzegening in een kerk. Het was een besluit tussen twee mensen. En dat besluit mag ook vandaag de basis zijn, in vrijheid genomen om in liefde het leven met elkaar te delen, zoals wij ons leven met God mogen delen, en met onze naaste, dag in dag uit.

Plaats een reactie