Johannes 1:19-28
Â
Sinds de eerste advent van 2011 leven we wat het kerkelijk jaar betreft in het Marcus jaar. We zullen tot de advent 2012 in alle lezingen door de week en op zondag in de kerk veel lezingen uit het Evangelie naar Marcus tegenkomen. Maar dat is maar een klein Evangelie en dat geeft de gelegenheid om ook van tijd tot tijd uit het Evangelie naar Johannes te lezen. En vandaag het eigenlijke begin van dat Evangelie nadat de schrijver ons een inleiding heeft gegeven, het begint dus met een stuk van het verhaal over Johannes de Doper, net als het Evangelie naar Marcus begint met het optreden van Johannes de Doper. Trouwe Bijbellezers weten dat die in de woestijn woonde en sprinkhanen at. De kenners van de Bijbel uit zijn tijd gingen toch eens vragen wat hij nou eigenlijk van zichzelf vond, hoe zag hij zichzelf in de geschiedenis. Hij riep net als een profeet vroeger het volk op om weer achter de wet van de woestijn te gaan staan. Ooit waren ze immers uit de woestijn gekomen het land van melk en honing in. Maar Johannes was in elk geval niet de reïncarnatie van de profeet Jesaja en ook niet van Elia, die ook nog een tijdje in de woestijn had gewoond. Johannes doopte met water, hij riep de mensen op hun oude leven af te wassen en opnieuw te beginnen, als voorbereiding op een leven met Jezus, de bevrijder die beloofd was.
Jezus van Nazareth zou de Wet op een heel nieuwe manier centraal stellen. Niet langer de regels en interpretaties en interpretaties van regels en interpretaties van interpretaties. Jezus van Nazareth stelde de liefde voor de mensen centraal. De Wet was er om mensen te bevrijden, niet om mensen te binden. De Wet was er om het mogelijk te maken van alle mensen te houden, om te zorgen dat iedereen mee kan doen. De profeet Jesaja had het ooit eens gehad over een tafel vol met drank en uitgelezen spijzen die gratis klaar gemaakt was voor iedereen die mee wilde doen. Gewone mensen in Nederland dromen zich een keer per jaar ook zo’n tafel, dat doen ze met kerst. In de donkerste dagen van het jaar begint een nieuw leven. Wij moeten dat delen nog leren blijkt in de dagelijkse praktijk De voedselbanken lopen over. Het oude leven afleggen betekent wel ook echt met het nieuwe beginnen. Johannes kwam eerst en Jezus kwam daarna. We vieren het zo dat het verhaal van Jezus op Eerste Kerstdag begint, maar het moet niet op Tweede Kerstdag al uitverteld zijn.
Â
De Evangelist schreef voor mensen die het verhaal over Jezus van Nazareth al wel kenden. Ze kenden ook de Hebreeuwse Bijbel. En daarom is het verhaal dat hier wordt vertelt als Jezus van Nazareth verschijnt wat minder duister dan het ons lijkt. Want wat moeten we met het beeld van een lam als we denken aan het verhaal uit het Johannes Evangelie over iemand die de handelaren met een zweep de Tempel uitranselt. Omdat Johannes de Doper in de Woestijn leefde en het hele volk op hem af kwam snappen de Joden direct waar dit overgaat. Tijdens de tocht door de Woestijn, toen ze moesten leren te leven met de Wet van heb uw naaste lief als uzelf, gingen ze voortdurend in de fout. Maar God had hen een manier gegeven om telkens weer opnieuw te beginnen. Ze lieten de priester alle fouten op een Lam leggen en stuurden die de woestijn in. Zo krijgt ook nu het volk de gelegenheid opnieuw te beginnen, Johannes de Doper had hen daartoe opgeroepen, maar Jezus van Nazareth zou hen leren hoe dat dan moest, leven volgens de Wet van heb uw naaste lief als uzelf. Zo mogen ook wij weten dat we er elke dag weer opnieuw mee mogen beginnen. Johannes de Doper roept ons daartoe op, het verhaal van Jezus van Nazareth leert ons hoe te doen, en als we fouten maken leert Jezus van Nazareth hoe het weer goed te maken, dat betekent het als er staat “hij nam onze zonden op zich”, elke dag kan het weer opnieuw, ook vandaag weer.