Filippenzen 3:12-21
Vandaag lezen we over de “vijanden van het kruis”. Om het hele gedeelte van vandaag duidelijk te maken moeten we eerst begrijpen wat die uitdrukking eigenlijk betekent. Het wordt door sommige stromingen in het Christendom nog wel eens gebruikt om vijanden van de Christelijke Kerk aan te duiden. Die kerk gebruikt immers het Kruis als herkenningsteken en vijanden van dat herkenningsteken zouden dan hier door Paulus worden bedoeld. Maar zo zit het niet. Dat kruis is pas vele eeuwen na Paulus het herkenningsteken van de Christelijke Kerk geworden. In de dagen van Paulus werd een vis gebruikt als herkenningsteken. In het Grieks staan de eerste letters van vis voor Jezus Christus, zoon van God en de Christenen hadden de opdracht vele vissen te vangen, ofwel veel mensen tot het volgens van de Weg van Jezus van Nazareth te brengen. Wie zijn dan de “vijanden van het kruis”? Waar hadden die dan zo’n hekel aan? Zo’n kruis was een vreselijk martelinstrument en dat je daar als mens een hekel aan hebt is niet zo vreemd nietwaar?
Maar toch. Ook vandaag de dag kom je de vijanden van het kruis nog tegen. Het kruis staat bij Paulus, en niet alleen bij hem, voor het lijden van mensen in de wereld. Dat lijden was door Jezus van Nazareth vrijwillig op zich genomen. Hij had daarmee een bloedige opstand voorkomen en de liefde die daaruit sprak voor de mensen, Joden en Romeinen, was door de dood aan het kruis heen blijven leven. Op die manier kunnen en durven leven was het doel geworden van zijn volgelingen. Dat betekent dat je voortdurend oog hebt voor het lijden van mensen. Dat alles in dienst staat om dat lijden van mensen op te heffen of te verzachten. En dan kom je de mensen tegen die je daar van af willen houden. Die het niet voortdurend willen hebben over alles wat nog steeds mis is, maar ook willen praten, vooral willen praten over het leuke in de wereld, over wat mooi is en wat goed en waar je van kunt genieten. Dat zijn de vijanden van “het kruis”. Christenen beginnen dan altijd te zeuren of iedereen daaraan wel mee kan doen, of iedereen wel mee kan genieten. Die organiseren kerstmaaltijden voor daklozen en vinden dat het eten daar eigenlijk beter smaakt, die staan muziek te maken op de hoeken van de straten omdat het daar beter klinkt.
De Weg van Jezus van Nazareth voert namelijk naar een wereld zonder tranen, een wereld zonder ziekte, zonder geweld, zonder honger, een wereld waar mensen voor elkaar zorgen, elkaar zien en elkaar horen. Die wereld was in de dagen van Paulus nog niet bereikt. Paulus had zelfs meegewerkt aan een wereld van het tegendeel door de aanhangers van Jezus van Nazareth te vervolgen. Maar daar hoef je niet meer op te letten, misschien was je gisteren nog vergeten te letten op de minsten in je omgeving, op de mensen die het moeilijk hebben door ziekte of eenzaamheid, op de slachtoffers van oorlog en geweld, op de vreemdelingen die miskent worden, maar als er vandaag op begint te letten, voor ze begint te zorgen dan begeef je je vandaag nog op de Weg van Jezus van Nazareth. Dan sluit je je aan bij die wereldwijde beweging die op die Weg is naar die betere wereld, waar zelfs de dood niet meer zal zijn. Voor Jezus van Nazareth begon die weg op de akker van David in Bethlehem toen zijn ouders van hun plaats kwamen waar ze van de Keizer moesten blijven en op weg gingen naar de plaats die God hen had aangewezen. Wij kunnen vandaag van onze plaats komen en ons aansluiten bij de beweging die toen begonnen is.