Filippenzen 3:1-11
Die Paulus kon hele ingewikkelde brieven schrijven. In een taal die het midden hield tussen de taal van de Hebreeuwse Bijbelgeleerden en Griekse Filosofen. In de loop van de eeuwen zijn allerlei zogenaamde geleerden aan de haal gegaan met de woorden van Paulus. Ze hebben er puzzeltjes van gemaakt en ze omgebogen naar hun eigen belang. Dat terwijl Paulus eigenlijk een heel praktisch ingesteld man moet zijn geweest die adviezen gaf aan gemeenten van de volgelingen van Jezus van Nazareth die moesten zien te overleven in een vijandige omgeving tussen de Romeinse staat, de Griekse filosofen en de Joodse minderheden. Van die laatste waren er die de nieuwgevormde Christelijke gemeenten probeerden in te lijven. Als ze er toe gebracht konden worden zich alleen nog met al die wetjes en regeltjes uit de Joodse cultuur bezig te houden dan vormden ze niet meer zo’n bedreiging. Eén van die regeltjes was de besnijdenis van mannen en daar begint Paulus dan ook tegen uit te varen, hij noemt die verplichte besnijdenis van Heidenen een versnijdenis.
Lees hier dan niet in dat Paulus zich tegen de Joden afzet. Hij is zelf voluit een Jood en is daar trots op. Joden moeten dan ook vooral Jood blijven en hun kinderen laten besnijden. Maar het al of niet Jood zijn wil nog niet zeggen dat je de Weg van Jezus van Nazareth , de weg van de God van Israël, volgt. Paulus was een vrome Jood, besneden, zich bewust van de Joodse stam waartoe hij behoorde, gestudeerd bij de Farizeeën. Maar als vrome Jood heeft hij de gemeente van de Christenen fanatiek vervolgd. Ondanks dat Jood zijn, ondanks die kennis van Wet en Profeten, maakte hij de verkeerde keuze, het werkte uiteindelijk zelfs tegen hem. Pas door de ontmoeting met de Christus op de weg naar Damascus, waar hij blind werd geslagen, gingen hem de ogen open. De liefde voor de naaste, desnoods dwars door de dood heen, was veel en veel belangrijker dan al die wetjes en regeltjes die zonder zin en inhoud geworden waren.
Die liefde voor de naaste als voor jezelf die komt niet omdat je zo goed bent, omdat je je zo netjes gedraagd of zo Christelijk weet te spreken maar die komt ondanks jezelf. Dat is genade en als je bedacht bent op je naaste, zelfs al zou je daaraan dood moeten gaan, dan leer je pas wat leven is, dan mag je hopen met Christus op te staan uit de doden. Al die doden die alleen op zichzelf bedacht zijn en geen oog meer hebben voor het leven dat ze zouden kunnen leiden. Een leven zonder angst voor verlies van bezit, zonder angst voor verlies van een baan, zonder angst voor verlies van wat dan ook omdat de gift van liefde voor de naaste een gift is die je voortdurend wordt aangeboden en die je ondanks jezelf mag gebruiken om te ontdekken waar het leven echt geleefd kan worden. En als je dat gaat doen dan ontdek je dat die woorden van Paulus helemaal niet zo ingewikkeld zijn maar van groot praktisch belang. En het mooie is dat je er elke dag weer opnieuw mee mag beginnen, ook vandaag weer.