Rechters 7:9-22
Die Bijbelse helden lijken altijd zo overtuigd van hun gelijk en de hulp die ze krijgen van de God van Israël. Dat komt omdat we twijfel en onzekerheid er zo graag buiten laten. Neem nu dit verhaal over Gideon. Iedereen weet wel dat Gideon met een handvol strijders een strijdmacht versloeg met soldaten ontelbaar als zandkorrels aan de zee. Maar was die Gideon zo zeker van z’n zaak? Het verhaal vertelt dat de God van Israël hem influisterde dat hij dat leger zou kunnen verslaan. Maar geloofde Gideon dat ook? Welnee hij vertrouwde het van geen kant. Gelukkig mocht hij op zoek naar bewijzen voor de overtuiging die hem werd aangepraat. En die bewijzen lagen in de mentaliteit, de overtuiging, van de tegenstander. Dromen bleken te worden uitgelegd als tekenen van ondergang. Een brood dat zich verspreidde over alle soldaten van de vijand van Israël werd ervaren als een molensteen die om de nekken van de tegenstanders werd gehangen. Als men zo bang was dan mocht je toch een overwinning wel verwachten.
Ook wordt er over de Bijbel gesproken als een boek met in het Oude Testament een bundel gruwelijk bloederige verhalen. Maar waar vloeit er bloed in het verhaal van Gideon? Niet in het meest beroemde gedeelte, de aanval met 300 man op het leger van Midianieten, Amelekieten en andere woestijnvolken. Twee kruiken, een hoorn en een fakkel waren genoeg om dat massale leger op de vlucht te jagen. Overwinningen werden in de dagen dat de Bijbel ontstond altijd aan de goden toegeschreven. De God van het volk dat gewonnen had was de sterkste gebleven. Maar wat deed die God eigenlijk? In het verhaal van Gideon bleek dat de goden helemaal niks hoeven te doen. Het gaat om de mensen die moeten geloven dat hun God de sterkste is. De God van Gideon had zijn gelovigen opgedragen niet te doden, het is één van de meest vreemde van de 10 geboden. Dat gebod volgden de soldaten na. Lawaai maken, jezelf durven te laten zien, dat waren de wapens van de bende van Gideon. En omdat de soldaten zelfs het brood van de Israëlieten als een bedreiging waren gaan zien kreeg deze Gideonsbende de overhand.
Zoals in de onafhankelijkheidsoorlog Amerikaanse boeren de goed geoefende troepen van de Engelse Koning naar de Golf van Mexico joegen verdreven de 300 soldaten van Gideon de troepen van de woestijnvolken tot over de Jordaan terug de woestijn in. In Amerika zingen ze nog steeds over die dappere boeren die hun onafhankelijkheid wisten te veroveren op het machtige Engelse Rijk. Zo klinkt het verhaal over Gideon en zijn bende nog steeds als bemoediging voor onderdukte volken die hun vrijheid willen krijgen. Ook in ons land klinkt de roep om een streep te trekken tegen de opvreters en uitbuiters. Speculanten op de beurzen worden steeds rijker terwijl de armen in ons land de broekriem moeten aantrekken en gepensioneerden beroofd worden van hun pensioenen. Tot wanneer blijven we dat tolereren, tot wanneer blijven we een onmenselijk vreemdelingenbeleid tolereren dat kinderen hier laat opvoeden en dan terugstuurt naar landen waar ze geen enkele band mee hebben kunnen krijgen. Wanneer slaan wij onze kruiken tegen elkaar en roepen we om de rechtvaardigheid waartoe de God van Israël ook ons volk heeft opgeroepen?