Rechters 5:9-22
Het lied van Debora gaat over de Wet die in de woestijn aan het volk gegeven werd. Iedere keer als het volk er vanaf week kregen de vijanden voet aan de grond, maar iedere keer als de Wet werd gevolgd, van “heb je naaste lief als jezelf” nietwaar, werd het volk onverslaanbaar. De laatste generaal die het probeerde was Sisera met zijn strijdwagens. Die strijdwagens liepen vast in de regen en de modder net als ooit de strijdwagens van de Farao, toen het volk door de Rode Zee trok. Ook toen klonk aan het eind van de strijd een vrouwenlied ter overwinning, het lied van Mirjam de zuster van Mozes. Met het lied van Deborah wordt ook dit verhaal een verhaal van bevrijding. Bevrijding van onderdrukking en slavernij en zonder de persoon van Deborah had dat niet gekund zegt het lied.
Ook nu nog klinken er liederen van bevrijding. Huub Oosterhuis heeft er honderden geschreven, maar ook vrouwen mengen zich in het koor. Jammer alleen is dat zij wat weggedrukt worden. In de aanvulling op het liedboek van de kerken “Tussentijds” vinden we nog wel een paar teksten terug maar nauwelijks een van de vele prachtige melodieën die in de reeks Eva’s lied zijn verschenen en die een werkelijke meerwaarde toevoegden aan het gebruikelijke muzikale idioom van de kerken. Maar al zingende leren we in elk geval goed naar vrouwen te luisteren en hen niet zoals in veel kerken de mond te snoeren. Te hopen is dat in het Nieuwe Liedboek voor de Kerken, waarvoor inmiddels opdracht is gegeven, meer liederen van vrouwen mee gaan klinken. Er zijn in de Protestantse Kerk Nederland al gemeenten die in elke viering op zondag tenminste één lied van vrouwen laten zingen. Als dat veel gebeurd kan de Interkerkelijke Stichting voor het Lied, dat de nieuwe bundel gaat samenstellen, niet meer om de vrouwen heen.
Barak en Deborah leerden ons dat vrouwen ons ook in de strijd kunnen voorgaan en zonder Deborah was het waarachtig niet gegaan. Van alle liederen en verhalen die in de vroegste tijden zijn ontstaan hield haar lied het, als getuigenis van geloof, het langste vol. Soms vraagt een volk leiderschap. In het couplet van het lied van Deborah hierboven wordt het leiderschap gevraagd van Deborah, de rechter. Haar kenden ze want zij sprak recht als mensen haar rechtsgeschillen voorlegde. Eerlijkheid en onafhankelijkheid waren kennelijk de eigenschappen die men zocht in een leider. En onafahankelijkheid betekent een garantie voor de armen, ook zij zullen tot hun recht komen. Net als de vreemdelingen, ook al lijken die het tegendeel te doen. Dat leren we uit het verhaal van Jaël, die gaf de tegenstander geen water maar melk, die zette haar vrouwelijke eigenschappen in, maar bleek uiteindelijk de meest betrouwbare bondgenoot. Zulke bondgenoten kun je krijgen als je bereid bent je land met vreemdelingen te delen. Daar kunnen wij ook nog wel wat van leren, en vandaag nog in de praktijk brengen.