Marcus 2:13-17
Dat Jezus van Nazareth stil stond bij blinden en lammen was in zijn dagen nog te pruimen. Een aalmoes geven aan arme lieden was immers een gebaar volgens de wetten van Mozes, een Christenplicht zouden we tegenwoordig zeggen. Maar iemand roepen die tot de tollenaars behoorde ging toch wel heel er ver. Nu ja, als zo’n tollenaar die Jezus van Nazareth wilde volgen, dan ging dat nog, dan werd hij al weer een beetje meer acceptabel, maar dan bij zo’n man thuis gaan eten in het gezelschap van tollenaars en zondaars dat ging toch wel heel erg ver. En een tollenaar was zeker niet arm. Hij verdiende aan het heffen van belasting op het transport van goederen. Je mocht er alleen langs als je een bedrag betaalde. Zo’n tolpost werd verpacht en als die meer opbracht als de pachtsom dat had de tollenaar een mooi inkomen. De pachtsom ging naar de Romeinen en de Tollenaars hielpen er dus bij dat de bezetting van het land Israël voor de Romeinen betaalbaar bleef.
In onze dagen kennen we niet zoveel mensen meer die verkeren met de rijken, de patsers en de hoeren, om ze te laten zien hoe je een meer zinvol leven zou kunnen leiden. Natuurlijk er zijn nog steeds de voorbeelden van mensen die zich om de allerzwaksten bekommeren. De vorige en de huidige predikant van de Pauluskerk in Rotterdam die hun hand uitstaken naar daklozen en vroeger naar verslaafden en andere afwijkelingen van onze samenleving. Maar dat gaat nog, een aalmoes geven in immers Christenplicht. Hun ging het echter niet om aalmoezen, om liefdadigheid, net als Jezus van Nazareth ging het hen er om dat onze samenleving mensen recht ging doen, mensen, ongeacht hun gedrag. hun probleem, tot hun recht zou laten komen. Dat is mensen beter maken en tegelijk de samenleving beter maken. Voor de gevestigde religieuze machten is dat eng, soms gevaarlijk, je wordt immers vereenzelvigd met mensen waar je niet bij zou willen horen. Voor Jezus van Nazareth maakte het niks uit.
Er is misschien één bekende Nederlander uit de jongste geschiedenis die in gedrag er soms een beetje op leek. Majoor Bosschart van het Leger des Heils. Zij kwam bij rijken en machtigen thuis maar had haar basis in de hoerenbuurt van Amsterdam. Ze liep met kroonprinses Beatrix over de wallen en wees op de postitie van de hoeren. Ze sjouwde van kroegie naar kroegie om de Strijdkreet te verkopen maar kwam via de televisie ook bij ons thuis om te wijzen op de noodzaak van een samenleving vol liefde. De “Bij Majoor Bosschartcentra” die nu geopend zijn proberen ook mensen bij elkaar te brengen om mensen weer voor elkaar te laten zorgen, elkaar lief te hebben zoals onze echte Christenplicht is. Daarbij gaat het niet om afkomst of geloof, alleen maar of je bij elkaar in de buurt woont, tot dezelfde samenleving hoort. Zo mogen we allemaal in onze buurt staan, als volgelingen van Jezus van Nazareth, om weer liefde te verspreiden, zoutend zout zijn dat geneest, elke dag opnieuw, ook vandaag weer.