Daniël 2:19-35
Wat was het nu dat die Koning Nebukadnessar zo verontruste dat hij er nachtmerries van kreeg en het risico wilden lopen dat al zijn astrologen, waarzeggers, instralers, geestenfluisteraars en magiërs ter dood zouden worden gebracht? Dat was de vraag waarvoor Daniël stond want hij vertrouwde er op het antwoord daarop te kunnen vinden. En dat antwoord moest te vinden zijn bij de God van Israël. Want Daniël had er op vertrouwd dat uiteindelijk zou blijken dat die God van Israël een betrouwbare God zou zijn. En midden in de nacht kreeg Daniël een droom die hem duidelijk maakte wat het antwoord was op de vraag van de Koning. De volgende morgen dankt Daniël zijn God en geeft aan waar het antwoord ligt: “Hij zet koningen af en stelt koningen aan”.
Een geweldige ontdekking. En zo voor de hand liggend. Vanaf Koning Saul had Israël niet anders meegemaakt. Elke koning van Juda en elke koning van Israël, de twee rijkjes waar het land in uiteen was gevallen, werd gemeten naar de gehoorzaamheid aan de God van Israël. En toen heel het volk van generatie op generatie zich had afgekeerd van die God werd het volk in ballingschap weggevoerd. Als je ergens naar moet kijken is het of de God van Israël met of tegen de koning is. En een verstandig en wijs koning begint met zich af te vragen hoe zijn verhouding met de God van Israël is. En Koning Nebukadnessar was een verstandig Koning en de angst afgezet te worden zou hem waarschijnlijk van zijn nachtrust beroven.
Daniël gaat daarom naar de Koning en verelt hem dat het verhaal van de God van Israël duidelijk maakt hoe de wereld in elkaar zit en waar je op moet letten. En dan krijgen we het verhaal over het standbeeld dat wordt verpletterd. Het hoofd van goud, borst en armen van zilver, buik en lendenen van brond, benen van ijzer en voeten van leem en ijzer. Een man op lemen voeten heeft zelfs onze spreekwoorden gehaald. De uitleg van Daniël bewaren we nog even. Maar dat heersers en machthebbers zich moeten spiegelen aan die geschiedenis van mensen met de God van Israël is duidelijk.
Hoe vergaat het heersers die zich niet houden aan het “Gij zult niet doden”. Wat zijn heersers waard die hun volk laten beschieten als het in verzet komt, hoe loopt het met hen af? Nebukadnessar was verontrust geraakt over de mogelijkheid dat het beeld dat hij van zichzelf had verpulverd zou kunnen worden. Vandaag is de vraag of wij ons dat bewust zijn en wat wij doen met heersers die zich niets aantrekken van het gebod van de God van Israël hun naaste lief te hebben als zichzelf. Wij mogen ons elke dag die vragen stellen. Ook vandaag weer dus.