2 Korintiërs 8:16-24
Dat is nogal wat. Paulus moet kennelijk heel wat wantrouwen overwinnen. Drie mensen worden vanuit Macedonië naar Korinthe gestuurd om de collecte op te halen voor de gemeente in Jeruzalem. Daarvoor wordt allereerst een naaste medewerker gestuurd, Titus. Die was zelf al enthousiast genoeg om naar Korinthe te gaan. Maar er wordt ook een vooraanstaand lid van de gemeenten in Macedonië meegestuurd om toezicht te houden op de opbrengst van de collecten in Macedonië en in Korinthe. En daarnaast nog een broeder die zich behoorlijk heeft ingezet en die in ruil nu de gemeente in Korinthe mag gaan helpen.
Een zware delegatie zouden we tegenwoordig zeggen. Wie de financieële schandalen kent die in kerken en kerkelijke gemeenschappen van tijd tot tijd opduiken zal niet verbaasd zijn dat het nodig is. De tijd van Paulus was geen tijd van gecertificeerde accountants met een eigen beroepscode. Het was geen tijd van een vergaand geautomatiseerd belastingsysteem. Toezicht op boekhoudingen was totaal afwezig. Daarom moest een gemeente vertrouwen hebben in degenen aan wie geld werd afgedragen. Paulus zorgt zelf bijvoorbaat voor het winnen van vertrouwen.
Leiders van Kerken en kerkelijke gemeenschappen die roepen dat de gemeente maar vertrouwen moet hebben omdat ze nu eenmaal tot die kerk of gemeenschap behoren hebben het dus mis. Zij horen juist aan Paulus een voorbeeld te nemen en zelf voor transparantie en controleerbaarheid te zorgen en er bovendien ook zelf voor te zorgen dat die controle onafhankelijk volgens de moderne maatstaven plaatsvindt. Paulus haalt voor een collecte in die ene gemeente alles wat hij voor handen heeft uit de kast, wij kunnen het niet met minder doen.
In het slot van het gedeelte van vandaag wordt nog over Titus gesproken als over de metgezel van Paulus. Eigenlijk zou je hier ook kameraad kunnen vertalen, een woord dat voor Bijbelvertalers wat te partijdig klinkt, maar van Titus wordt ook gezegd dat hij de kameraad van Paulus in Korinthe is, of zal zijn. En dat is niet onbelangrijk. Uit verschillende brieven krijgen we toch de indruk dat er in die allerjongste gemeenten gemakkelijk partijen en groepen konden ontstaan die met elkaar in discussie waren of zelfs met elkaar in strijd raakten. De namen van de metgezellen van Titus worden niet genoemd. Ze zijn dus niet zo belangrijk. Belangrijk is dat we weten dat ze een verzekering zijn tegen roddel en achterklap. Het is Titus die namens Paulus het Evangelie verkondigd en de collecte organiseert.
Gelukkig dat wij daarvoor Kerk in Actie hebben die verantwoording aflegt en transparantie organiseert. Aan ons om net als de gemeente in Korinthe de armen in de wereld te steunen. Dat hoeft niet alleen in de kerk, dat kan elke dag, ook vandaag weer.