Romeinen 13:1-7
We moeten vandaag heel voorzichtig zijn met hetgeen we lezen. Met de verzen die vandaag op het leesrooster staan is heel wat onrecht goedgepraat en als we dat weer doen dan lezen we de Bijbel verkeerd. De Bijbel moet niet gelezen worden uit het oogpunt van de machthebbers maar uit het oogpunt van de machtelozen. Wat immers de minsten is gedaan is aan God zelf gedaan. Het ging hiervoor over de vijand en hoe je het kwade dient te overwinnen door het goede. Geldt dat dan ook voor de overheid? In het verhaal over de overheid heeft Paulus het voortdurend over God. En God was immers de enige Heer over de wereld. Een overheid is dan ook ingesteld door God. Daarmee heeft de overheid niet een eigen recht van bestaan en kan ze handelen naar eigen inzicht. Het goed of fout van de overheid wordt beoordeeld door God en dient beoordeeld te worden in het licht van God. Het vers dat volgt op het gedeelte van vandaag zegt dat je niemand iets schuldig moet zijn dan de liefde. Dat geldt dus ook en juist voor de overheid. Want de geschiedenis van Israël leert dat een anarchistische staat niet tot vrede en gerechtigheid voert. Lees er het Bijbelboek Rechters maar eens op na. En een wereldregering zoals er eigenlijk in het Romeinse Rijk was is nodig. De handel moet beschermd worden, burgers moeten in vrede kunnen leven, bij conflicten moet er recht gesproken kunnen worden. In onze tijd hebben we het over onderwijs en zorg. En wie minder belasting wil betalen en minder files op de wegen wil moet echt thuis blijven niet naar buiten komen. Alles wat we met elkaar willen kost geld en dat moet rechtvaardig worden geïnd en rechtvaardig worden beheerd en uitgegeven. Er is niets tegen een goede overheid maar alles tegen een slechte overheid. Het volk in de woestijn dat het gebod had gekregen de naaste lief te hebben als zichzelf kreeg ook een inrichting van een samenleving met een overheid. Groepen kozen vertegenwoordigers en Mozes had rechters aangesteld. Met die vertegenwoordigers werd overlegd en zo moest de samenleving in de woestijn kunnen functioneren. Onze democratie heeft er nog de sporen van. Maar het functioneert pas als ook de zwaksten mee kunnen doen, als groepen in de samenleving bereid zijn samen te leven en niet tegen elkaar worden opgezet. Zorg is daarom van groot belang voor het functioneren van de samenleving, net als respect voor brandweer-, ambulance- en politiepersoneel. Het gedeelte van vandaag onderwerpt de burger dus niet aan een overheid maar bevrijdt de burger van angst voor de overheid. Niemand heeft recht op een wapen, het zwaard, dan de overheid, die kan ons beschermen. Aan ons om het goede te doen, de overheid het goede voor te houden en te bouwen aan een samenleving zoals de God van Israël die ons heeft voorgehouden, ook vandaag weer.