Jullie moeten het recht toch kennen?

Micha 2:12-3:4
 
Elk jaar vieren we op 10 december de internationale dag voor de rechten van de mens. En op diezelfde dag wordt de Nobelprijs voor de vrede uitgereikt. Twee gebeurtenissen die schijnbaar los van elkaar staan maar soms ook niet voor niets samenvallen. En dan lezen wij uit het boek van Micha over het samenbrengen van de resten van het volk en de kritiek op de leiders van de samenleving die het recht met voeten treden. Wat heeft die Micha ons vandaag te vertellen? Daarvoor moeten we eerst eens kijken naar de rechten van de mens. Dat is een verklaring die na de Tweede Wereldoorlog is opgesteld door de Verenigde Naties. Kern is dat ieder mens recht heeft op leven, ongeacht afkomst, religie, rijkdom of geslacht. Ieder mens heeft ook recht op bescherming van de overheid. En ieder volk heeft recht op zelfbestuur. Soms lijken die rechten voor de hand te liggen, eigenlijk verschillen ze niet zoveel van de Wet van de Woestijn, het recht op leven is immers een direct gevolg van het gebod “Gij zult niet doden” Als een Sadam Hoessein de eigen onderdanen met gifgas bestrijd en zonder onderscheid mannen, vrouwen, kinderen, ouderen en jongeren dood en laat doden dan pleegt hij dus ernstige schendingen van de mensenrechten maar wordt er niet ingegrepen. Zo ook als regeringen hun invoer en uitvoer zozeer beschermen dat andere volken wel in armoede moeten blijven leven. En daar komt de Nobelprijs voor de vrede van 2006 in het geding. Die ging naar de uitvinder van het microkrediet, alsof de handeling van een bank dus inderdaad het verschil tussen oorlog en vrede kan uitmaken. Volgens het Nobelprijscommitee dus wel. Zij hadden in het boek van Micha gelezen over de rijken en machtigen die het vlees van de botten der armen afstropen en konden zich voorstellen dat de armen met geweld daartegen in opstand komen. Zorgen dat het evenwicht weer wordt hersteld is dus zorgen voor vrede. Kopen in Fair Trade winkels betekent dus volgens het Nobelprijscomitee vrede stichten. Iets om ook in de cadeaumaand december eens extra aan te denken. En dan de volken die recht hebben op zelfbeschikking. Daar heeft niemand het meer over, de Molukkers niet, de Koerden niet, de Papoea’s niet, de Tibetanen niet en tal van andere volken die hun eigen volkenbond van niet erkende volken hebben, spreken er niet meer over. Zij hebben geleerd dat vrede betekent dat je met verschillende volken moet leren samenleven. Voor dat leren samenleven kijken ze naar ons, rijke ontwikkelde landen. Kunnen wij met verschillende culturen samenleven? Ieder heeft er recht op en in Vredesnaam is het dus te hopen. Alleen de minderheden die worden onderdrukt vragen steeds hun aandacht. Daar waar taal en culturele uitingen worden verboden of onderdrukt komen mensen uiteindelijk in opstand. Alleen in werkelijk democratische samenlevingen waar de rechten van alle mensen worden gerespecteerd is vrede te vinden. Dat gaat niet vanzelf, dat vraagt voortdurend een kritische bezinning, en profeten als Micha.

Plaats een reactie