Die betrouwbare en verstandige rentmeester

Lucas 12:41-48

Wij zouden zo’n rentmeester tegenwoordig minister of zelfs minister president noemen. Tenminste, die staan in de aandacht. De meeste mensen kijken wellicht bij rampen en ongerief naar hun burgemeester of wethouders die hem vervangen. Ze moeten altijd paraat zijn om in de bres te springen voor hun burgers. Maar de vraag van Petrus gaat ons misschien wel het meeste aan. Is het alleen voor de bazen bedoeld of ook voor de knechten? En uit het antwoord kun je opmaken dat we allemaal verantwoordelijk zijn voor de ander. We kunnen niet met Kaïn zeggen dat we niet de hoeders van onze broeders en zusters zijn. We moeten klaar staan om de echte komst van het Koninkrijk te vieren, alsof je een bruiloft viert waarvan je niet weet hoe laat het bruidspaar zal aankomen, dat kon wel eens midden in de nacht zijn op een moment dat je het nog het minst verwacht. Wij moeten er dus voor zorgen dat iedereen te eten heeft. Zolang er nog hongersnoden zijn valt er weinig te vieren voor het Koninkrijk van God. Wij moeten zorgen dat iedereen mee kan doen aan het feest. Zolang er nog gediscrimineerd wordt valt er weinig te vieren voor het Koninkrijk van God. Wij moeten er voor zorgen dat mensen recht wordt gedaan. Zolang er nog mensen ten onrechte veroordeeld worden, of veroordeeld worden om wat ze geloven of vinden, en in gevangenissen zitten valt er weinig te vieren voor het Koninkrijk van God. We moeten dus zorgen voor rentmeesters, ministers en staatssecretarissen in ons land en burgemeesters en wethouders in onze steden, die actief zorgen dat iedereen te eten heeft en een dak boven het hoofd, dat er niet langer gediscrimineerd wordt om wat mensen geloven of om met wie ze willen samenwonen, dat mensen eerlijk worden behandeld en recht wordt gedaan. Dat moet dan niet alleen in ons eigen land of onze eigen stad of ons eigen dorp, maar dat moet in de hele bewoonde wereld. Pas als de mensen in Haïti allemaal wonen, de mensen in Afrika allemaal te eten hebben, de mensen in Pakistan en Bangla Desh niet bang hoeven te zijn voor overstromingen, de mensen in Palestina en Israël in vrede met elkaar leven en overal op aarde de mensenrechten worden gehandhaafd dan kan het Koninkrijk van God komen, dan zijn we er klaar voor. En als het eerder komt? Dan waren we als mensheid er niet klaar voor en dan moeten al die mensen die er zo hard voor gewerkt hebben hopen dat het hen vergeven wordt dat ze te zwak waren, dat ze niet opgewassen waren tegen pessimisten en predikanten die zeiden dat de macht op aarde bij het kwade lag en niet bij de Heer van hemel en aarde. Nu weten al die mensen die werken voor het Koninkrijk van een God die genadig is en de zijnen niet vergeet, een God die nooit laat varen het werk dat de hand van die God ooit begon en die een eens gegeven belofte zal nakomen. Dat Koninkrijk komt dus en iedereen zal er getuige van zijn. Mensen die het om eigen belang hebben willen tegenhouden zullen er geen deel van uitmaken staat in het gedeelte van vandaag. Maar al die anderen mogen er elke dag weer klaar voor zijn dat het komt, en er al vast aan werken.

Plaats een reactie