Spreuken 26:1-16
Voor elke dag iemand met een afgewogen oordeel. Prachtig al die deskundigen. Maar staan die tegenover de dwaas waar we vandaag voortdurend over lezen in dit Bijbelgedeelte? Het lijkt wel een lied al die regels over wat een dwaas allemaal wel niet is. Maar vergis je niet. De dwaas staat tegenover de wijze en wat de wijze is hebben we ooit eerder in het boek Spreuken kunnen lezen. In het begin van dit gedeelte ging het om de wijze koning Salomo, koning van de wijzen. Maar in het boek Spreuken staat ook dat het begin van alle wijsheid het ontzag voor de God van Israël is. En dat ontzag voor de God van Israël begint met het houden van je naaste als van jezelf. En dan zijn de dwazen van deze wereld al die mensen die alleen maar om zichzelf denken. Al die mensen die nooit een hand naar een ander uitsteken. Voor wie een daverende TV show nog niet genoeg is om iets te geven aan de slachtoffers in Haïti. Al die mensen die vinden dat de overheid hen voortdurend moet vrijwaren van alle ongemak in het leven. Als de zon schijnt steekt hij te hard en als het regent worden ze te nat, ook daarbij zou de overheid hen eigenlijk moeten beschermen. Stemmen doen ze niet en politiek actief zijn ze al helemaal niet. Dom zegt de Spreuken schrijver, hun gemopper slaat nergens op. In onze dagen zou je zeggen dat ze een schop onder hun kont verdienen. In discussie gaan met zo iemand heeft geen zin, antwoord maar met hetzelfde soort onzin. Kijk uit dat je een dwaas niet als boodschapper van het goede gebruikt, hij draait het om in het kwade. Als je een dwaas complimenten geeft breng je jezelf schade toe. Het aardige is dat een dwaas in dienst nemen hetzelfde is als een onbekende in dienst nemen. Ga dus zorgvuldig na wie er voor je komt werken, zoek het uit. En dat is niet zo moeilijk want een dwaas herhaalt zijn eigen dwaasheid, lacht om zijn eigen flauwe grappen, die meestal ten koste van een ander worden gemaakt. Een dwaas weet het altijd beter en een dwaas loopt dus nooit ergens voor warm en vermijdt het liefst alle aktiviteit, het heeft allemaal toch geen zin aldus de dwaas. En een dwaas weet het altijd beter. Dat maakt het ook in onze samenleving moeilijk praten met dit soort dwazen. Ondanks alle verzekeringen van hulporganisaties dat het geld voor hulp goed terecht komt, blijven ze beweren dat al dat geld voor Haïti weggegooid geld is. Ondanks de enthousiaste verhalen van de journalist die maanden lang de effecten van landbouwprojecten bestuudeerde en tot de ontdekking kwam dat mensen op Haïti geleerd hadden in hun eigen voedsel te voorzien, ondanks vier orkanen, blijven die dwazen beweren dat die mensen op Haïti nu eenmaal niks te leren valt en dat ze niet willen en niet kunnen werken. Een oud Nederlands spreekwoord leert dat wie een ander helpt zichzelf helpt en dat hebben we massaal gedaan. Maar in deze dagen moeten we ons des te meer realiseren dat er vele dwazen rondlopen die er alleen zelf beter van willen worden. Dat het geen zin heeft met die dwazen in discussie te gaan, dat het alleen maar zin heeft te laten zien dat het diegene beter gaat die bereid is alles wat men heeft te delen met mensen die niks hebben. Giro 555 staat nog steeds open. Wees geen dwaas, ook vandaag niet.