Lucas 1:26-38
Nadat Elisabet haar zwangerschap vijf maanden verborgen had gehouden, spotten met een oude vrouw die zwanger is doet zeer nietwaar, werd de zwangerschap van Elisabet toch aan Maria bekend gemaakt. Maria woonde in Nazaret in Galilea. Dat is zo bekend dat we er overheen lezen. Voor de eerste lezers van het Evangelie van Lucas zal er onwillekeurig een glimlach om de mond gespeeld hebben. Galilea stond in Israël als het land van de heidenen bekend. Voor de inwoners van Judea en vooral Jeruzalem woonden daar boerenpummels die nauwelijks besef hadden van de geweldige gewichtige leer van de boeken van Mozes, de boeken van de profeten en de geschriften die samen de Hebreeuwse Bijbel vormden. En dat Nazaret? Eigenlijk betekent het iets als “struikgewas”. Die boodschapper van God ging dus naar een Joods meisje, die verloofd was met een afstammeling van koning David, en die vond hij in het struikgewas in het land van de Heidenen. En op dat punt, zo ongeveer het minste vlekje dat je je in Israël kunt voorstellen daar wordt een geweldige belofte gedaan. Dat meisje, ongetrouwd nog, zal zwanger worden en haar zoon zal de beloofde bevrijder van Israël worden en op de troon van Koning David plaatsnemen. Nooit meer zal Israël een andere koning nodig hebben. En op de vanzelfsprekende vraag hoe dat allemaal wel niet moet als je niet getrouwd bent is het antwoord eigenlijk dat ook Elisabet zwanger is. De Geest van God, de Liefde zelf, zal zorgen dat het gebeurd. Lees hier nu niet de flauwekul over maagdelijke geboorte en zo. Die wordt hier niet verteld en staat ook niet elders in de Bijbel. Een verkeerde vertaling van Jesaja in het Grieks heeft ons ooit op dat onzalige spoor gezet. Want Maria verheffen tot iets als een koningin van de hemel is nu eenmaal het tegendeel van wat ons verteld wordt. Ons wordt verteld dat het meest onaanzienlijke meisje uit Israël, uit het meest onaanzienlijke dorpje dat ligt in het meest onaanzienlijke deel van Israël de moeder zal worden van de grootste Koning van Israël uit de geschiedenis en de toekomst. Hoe geloofwaardig is dat? Maria geloofde dat en daar mogen wij nog wel eens een voorbeeld aan nemen. Kunnen wij de voedselkrisis oplossen? Kunnen wij zorgen voor een gezond klimaat voor onze kinderen en kleinkinderen? Kunnen wij zorgen voor vrede en veiligheid? God heeft ons beloofd dat het zal kunnen en zal lukken. Niet door onze eigen kracht maar door de Geest van God heet het in deftige Bijbelse termen. Het betekent dat we ons moeten afwenden van alles wat ons eigenbelang dient, dat we op moeten houden bang te zijn dat we te kort komen. Niemand onder ons is zo min in aanzien als Maria was, niemand leeft in een zo onaanzienlijk dorpje in een deel van het land dat zo geminacht wordt. Wij kunnen samen opstaan tegen het onrecht dat de wereld beheerst. Juist als we onze naaste liefhebben als onszelf, als we oog durven hebben voor de minsten zal het ons lukken. Dan zal de aarde veranderen, dan zal die zoon van Maria niet alleen de Koning zijn van Israël maar werkelijk de Heer van de wereld. Maar we moeten vandaag beginnen die Heer ook echt als Heer te erkennen.