Rechters 13:9-25
Er komt een vreemdeling bij je langs die je een belofte doet die eigenlijk als onmogelijk wordt beschouwd. Zo in de eerste dagen van december ben je wellicht geneigd om al snel aan een kinderspel te denken. Zo niet voor Manoach en zijn vrouw. De vraag van Manaoach was hoe hij zijn zoon zo zou kunnen opvoeden dat die de bevrijder van IsraĆ«l zou worden zoals de vreemdeling had beloofd. Hij krijgt op die vraag geen antwoord. Alleen de opdracht dat zijn vrouw zich moet houden aan de voedingsvoorschriften uit de Wet van Mozes en geen alcohol mag drinken. Bewust eten en bewust leven dus. Worden je kinderen daar betere kinderen van? Daar is natuurlijk geen garantie voor maar het zou wel eens kunnen helpen. Kinderen zijn immers van nature aangelegd op het imiteren van hun ouders. Uit recent onderzoek blijkt dat als die ouders geen gezag aanvaarden, regels naast zich neerleggen, kinderen dat ook gaan doen. Kinderen die hun ouders regelmatig alcohol zien drinken als ze plezier willen maken zullen dat ook zelf gaan doen. Heel deftig heet het dan dat ouders hun eigen normen en waarden op hun kinderen overdragen. Veel ouders denken dat het overdragen van normen en waarden gaat met diepgaande en ingewikkelde gesprekken. Maar dat is dus niet zo. Het overdragen van normen en waarden gaat in de eerste plaats via het doen, het voorleven van diezelfde normen en waarden. Daarbij kan komen dat je ook nog uitlegt waarom je doet wat je doet. Als je daartoe in staat bent is dat mooi, maar dat kan niet iedereen. Gewoon blijven doen wat je goed vindt om te doen is eigenlijk ook al voldoende. Zo moet de vrouw van Manaoach gewoon de voedselregels blijven volgen en geen alcohol drinken. Ook in onze dagen is gezond eten en onthouding van alcohol een heel verstandig advies aan zwangere vrouwen. Het geheel heeft overigens weinig of niets met godsdienst te maken. In het verhaal worden de begrippen “godsman” en “engel” door elkaar gebruikt. “Godsman” was ook een aanduiding die voor de profeten Elia en Elisa werd gebruikt. “Engel” is altijd een aanduiding voor een boodschapper van God. Kennelijk kunnen ook profeten als engelen optreden en wellicht dat wij het zelf ook kunnen, boodschappen van God overbrengen. Manoach reageert heel menselijk. Als je de naam weet van de persoon die van het goddelijke afkomstig is kun je daar een plaats van verering voor stichten. Zulke goede boodschappen als Manoach en zijn vrouw hier gekregen hebben kun je immers altijd wel gebruiken. Delen van voedsel is goed, maar aanbidden van die goddelijke boodschappers niet. Als Manoach zo graag wil laten zien dat hij bereid is te delen van wat hij heeft moet hij maar delen met God zelf door een offer te brengen. De godsman noemt zijn naam niet en eet niet van het aangeboden voedsel. Zijn boodschap wordt om niet gegeven. En in het verhaal wordt nog eens op wonderbaarlijke wijze onderstreept dat boodschappen van bevrijding van God zelf afkomstig zijn. Zo kregen ze een zoon die ze “zonneschijn”, noemden, het zonnetje in huis, zo groeide hun Simson op. Zo kunnen wij ook een zonnetje worden, delend van wat we hebben en bevrijdend de armen der aarde.