Laat mij herrijzen

Psalm 71

Vandaag zingen we een Psalm zonder opschrift. Bij de meeste Psalmen staat er iets boven, “Een Psalm van David” bijvoorbeeld. Maar hier niet. Er zijn maar een paar psalmen zonder opschrift, verweesde Psalmen worden die ook wel genoemd. Toen de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks werd vertaald, omdat veel Joden die buiten Israël woonden het Hebreeuws niet meer kenden, is er aan deze Psalm toch een opschrift meegegeven. Veel van de inhoud van de Psalm kom je ook tegen in de Psalmen die wel het opschrift “Psalm van David” hebben, dat werd er dan ook boven gezet. En omdat het om vervolging gaat in deze Psalm werd de Psalm in het bijzonder bestemd voor de eerste ballingen die weggevoerd werden naar Babel, de Rechabieten. Nu waren die Rechabieten een bijzonder volk. Ze bleven weigeren om in huizen te gaan wonen en wilden vasthouden aan het leven zoals het in de woestijn werd beleefd. Men neemt aan dat ze nog zeer lang in Israël hebben voortbestaan. Dat vasthouden aan het leven in de woestijn betekende ook het vasthouden aan het geloof in de God van Israël zoals het volk die in de woestijn had leren kennen. De Profeet Jeremia gebruikte ze daarom als voorbeeld voor het volk, zo kan het ook. In de Psalm die we vandaag lezen beschrijft de dichter hoe hij ondanks vervolging en tegenslagen toch altijd maar vasthoud aan de God van Israël. Ja hij hoopt dat zelfs vol te houden tot hij oud is, al is daar zwakte en gebrek te verwachten. God zal hem er wel doorheen helpen. Dat is een ander soort predeking als je tegenwoordig nog wel eens hoort. Niks geen genezing, niks geen succes in het leven door God. Verdriet en tegenslag worden niet gespaard. Toch durft de dichter te zingen van de rechtvaardigheid van God. Het wonder is namelijk niet dat God jou als gelovige beloont, het wonder is dat God jou de zwakke, de zieke, de ontrechte, de hongerige, de lamme, de blinde laat zien en dat jij het instrument mag zijn in de handen van die God die opkomt voor de minsten op aarde. Daarom kan de dichter God bidden hem te laten herrijzen als hij moe en stram van ouderdom neerzijgt. De vervolgers van de Weg van de God van Israël zijn er nog steeds. Altijd zijn er mensen die de rijken beschermen, die opkomen voor de machtigen op aarde, die zorgen dat dictators kunnen onderdrukken, dat corruptie kan blijven bestaan en dat eenvoudige mensen bestolen worden met mooie praatjes. We kennen tot in onze dagen talloze voorbeelden, zelfs van mensen die zich als christelijk voordoen maar weigeren maxima te stellen aan inkomens waardoor exorbitante zelfverrijkers hun gang kunnen blijven gaan, ze weigeren een grens te stellen aan woonsubsidie zodat nog steeds de meeste woonsubsidie naar de rijksten in ons land gaan, ze weigeren handelsakkoorden te sluiten die een eerlijke positie op de wereldmarkt garanderen aan de armste boeren in de armste landen. Wij mogen daartegen blijven opstaan, jong en oud, van jongsafaan tot we oud geworden zijn. Van de dienst in het Koninkrijk van God hoeven we niet met pensioen, we kunnen blijven zorgen voor de ouderen en we mogen herrijzen als opnieuw de positie van de zwakken verder wordt bedreigd. Vandaag ook weer dus.

Plaats een reactie