Deuteronomium 5:22-33
22 Deze woorden heeft de HEER tot u gesproken toen u daar bijeen was, en Hij heeft er niets aan toegevoegd. Met een geweldig stemgeluid kondigde Hij op de berg zijn geboden af, vanuit vuur en donkere wolken, en Hij schreef ze op twee stenen platen en gaf die aan mij. 23 Toen u die stem had gehoord vanuit de duisternis, terwijl de berg in vuur en vlam stond, zijn uw stamhoofden en oudsten bij mij gekomen 24 met de woorden: ‘Zojuist heeft de HEER, onze God, ons zijn luister en zijn grootheid laten zien en hebben we zijn stem uit het vuur gehoord. We hebben vandaag ondervonden dat God met mensen spreekt zonder dat het hun het leven hoeft te kosten. 25 Maar moeten we ons leven nu opnieuw op het spel zetten? Dit enorme vuur zal ons levend verbranden! Als we de stem van de HEER, onze God, nogmaals horen, zullen we zeker sterven. 26 Want er is toch geen mens die net als wij de stem van de levende God vanuit het vuur heeft horen spreken en zijn leven heeft behouden? 27 Kunt u niet gaan om te horen wat de HEER, onze God, zeggen wil? Als u zijn woorden dan aan ons overbrengt, zullen wij luisteren en ernaar handelen.’ 28 Toen de HEER hoorde wat u me vroeg, zei Hij tegen mij: ‘Ik heb gehoord wat het volk tegen je zei; ze hebben goed gesproken. 29 Hadden ze altijd maar zo’n verlangen om Mij te vereren en mijn geboden na te leven; voor eeuwig zou het hun en hun kinderen goed gaan.’ 30 En Hij vervolgde: ‘Stuur hen nu maar terug naar hun tenten. 31 Maar jij moet hier blijven, bij Mij, dan zal Ik jou alle geboden, wetten en regels bekendmaken die je hun moet leren en die zij moeten naleven in het land dat Ik hun in bezit zal geven.’ 32 Het is nu aan u om ze in acht te nemen, zoals de HEER, uw God, u heeft opgedragen; wijk er op geen enkele manier van af. 33 Volg steeds de weg die Hij u heeft gewezen, dan zult u in leven blijven; het zal u goed gaan en u zult lang wonen in het land dat u in bezit krijgt. (NBV21)
Waarom staan die tien geboden eigenlijk op stenen tafelen? Zijn ze zo hard en onveranderlijk? Of is er een andere reden? Die stenen tafelen hebben altijd een diepe indruk gemaakt. De tien geboden zijn daardoor in de geschiedenis apart komen te staan van de overige geboden. Dat is niet helemaal terecht. Ze zijn een zekere samenvatting en uitwerking van de hoofdregel dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Waarom ze op stenen tafelen terecht zijn gekomen wordt in dit Bijbelgedeelte nog eens uitgelegd. God had ze in de woestijn immers zelf aan het volk meegedeeld. In onweer, vuur en storm hadden die geboden geklonken. Maar het volk was er bang door geworden, bang dat het iets verkeerd zou kunnen hebben begrepen. Dit klonk allemaal zo eenvoudig, terwijl het toch zo goddelijk was dat er meer nodig was dan een stem van de berg.
De oudsten zijn daarop bij Mozes gekomen en hebben gevraagd of hij de tolk van God wilde zijn. De God van Israël kan dan wel direct spreken tot mensen zonder dat mensen hoeven sterven maar angstig blijft het. De Godsdienst van Israël heeft in zijn meest eenvoudige vorm dan ook geen Priesters nodig, ook een Tabernakel was in het begin niet nodig. Het bijzondere begint met een verzoek van het volk zelf aan Mozes om God afstand te laten maken en hem als tolk te laten optreden. En daar komen de stenen platen vandaan. Niemand kan meer om die eenvoudige regels van niet moorden, niet stelen en mensen niet als object beschouwen heen. Er is één God, daar maak je geen beeld van en die gebruik je niet om je eigen zaken te rechtvaardigen. Die God heeft het volk uit de slavernij gered en die afkomst mogen ze nooit vergeten. Ze mogen het mee sjouwen door de woestijn. Bij elke stap die ze zetten gaan die regels met ze mee.
Na de tijd van Jezus van Nazareth zal Paulus schrijven aan zijn gemeente dat hij hoopt dat de Wet niet meer op stenen platen in de Tempel in Jeruzalem geschreven zal staan maar in de harten van de gelovigen. De Wetten die het volk in de Woestijn had gehoord, had ontdekt en had meegekregen, waren dan ook een bevrijding. Veel later in Babel zouden ze ook stenen ontdekken met Wetten er op voor het volk van Babel. Dat waren hoge zuilen die dicht beschreven waren met voorschriften. Israël had het daar iets gemakkelijker mee. Zij hadden een eenvoudige stel regels die op stenen stonden. Die stenen hoefden ze niet meer te zien omdat hun priesters ze de regels wel konden vertellen. Want dan kon gelijk verteld worden hoe in de actuele situatie de Wetten moesten worden toegepast. Die Wet is niet als een grenspaal die langs de weg de grens van het gedrag markeert, maar die Wet wordt ook hier omschreven als een Weg die God heeft gewezen. Een Weg die leidt naar een ideale samenleving, het land overvloeiende van melk en honing, het land dat je in bezit krijgt. Daarom markeert die Wet van de Woestijn ook eeuwen later de Weg die we moeten gaan, omdat nog steeds niet voor iedereen op de wereld die samenleving, dat land van belofte, is bereikt. Ook vandaag dus op Weg.