Deuteronomium 4:41–5:5a
41 Toen wees Mozes in het gebied ten oosten van de Jordaan drie steden aan 42 waarheen iemand kon uitwijken die zonder opzet en zonder hem ooit te hebben gehaat een ander had gedood. Zo iemand kon in leven blijven als hij naar een van die steden vluchtte. 43 Voor de stam Ruben was het Beser op het onontgonnen deel van de hoogvlakte, voor Gad Ramot in Gilead, en voor Manasse Golan in Basan. 44 Dit is het onderricht dat Mozes de Israëlieten heeft gegeven. 45 Hier volgen de bepalingen, wetten en regels die Mozes ten overstaan van de Israëlieten heeft afgekondigd nadat ze uit Egypte weggetrokken waren. 46 Dat gebeurde aan de overkant van de Jordaan, in het dal tegenover Bet-Peor, in het land dat had toebehoord aan Sichon, de koning van de Amorieten, die in Chesbon zetelde en die evenals koning Og van Basan door Mozes en de Israëlieten op hun tocht uit Egypte verslagen werd, 47 waarbij het hele gebied van deze twee Amoritische koningen ten oosten van de Jordaan door hen in bezit werd genomen, 48 vanaf Aroër op de rand van het Arnondal tot aan de Sirjon, ofwel de Hermon, 49 met de hele vallei aan de oostkant van de Jordaan tot waar de rotskloven van de Pisga in de Dode Zee afdalen. 1 Mozes riep het hele volk van Israël bijeen en sprak het als volgt toe: Luister, Israël, naar de wetten en de regels die ik u vandaag bekendmaak. Maak ze u eigen en leef ze strikt na. 2 De HEER, onze God, heeft bij de Horeb een verbond met ons gesloten. 3 Niet met onze voorouders heeft Hij dit verbond gesloten, maar met ons, zoals wij hier nu levend en wel bij elkaar zijn. 4 De HEER heeft zich daar vanuit het vuur rechtstreeks tot u gericht. 5 Ik stond toen tussen Hem en u in om zijn woorden aan u door te geven, want uit angst voor het vuur was u de berg niet op gegaan. (NBV21)
We spreken in de Kerk graag over de Wetten van Mozes. Als we de wetten kennen dan weten we wat we verkeerd hebben gedaan. Maar de eerste boeken van de Bijbel zijn geen wetten. Hier, al vrij in het begin van het boek Deuteronomium staat het al duidelijk. Het gaat om een onderricht. Er wordt het volk iets aangeleerd en sinds Jezus van Nazareth mogen wij mee studeren in het onderricht dat de God van Israël heeft gegeven en dat door Mozes een samenhang en een praktische betekenis heeft gekregen. Het is namelijk een onderricht in hoe je een menselijke samenleving kunt inrichten. En als we om ons heen kijken dan moeten we daar nog heel erg veel over leren, zeker in deze dagen. Wij zetten gezinnen op straat die hierheen gevlucht zijn voor armoede, geweld, onderdrukking, vervolging soms zelfs om hun etnische afkomst of levensovertuiging. Wij nemen deel aan oorlogen waar mensen ook aan sterven door de bommen die we leveren met geschut en vliegtuigen.
Mozes en zijn volk hadden ook moeten vechten om bij dat beloofde land te komen. Ze hadden moeten vechten tegen volken die hen niet wilden laten passeren, zoals de Amorieten en het volk van Basan onder koning Og. Ze waren het volk Israël in de rug aangevallen en hadden het voorzien op de rijkdom die het volk bij de bevrijding uit Egypte had meegenomen. Maar het meest hadden ze nog moeten vechten tegen zichzelf. Het volk dat aan de oever van de Jordaan stond te wachten om het beloofde land binnen te gaan was de tweede generatie. Geen van hen had het meegemaakt dat Mozes het volk uit de slavernij in Egypte had geleid. Als kinderen en jonge mensen hadden ze wel de ontdekking bij de Horeb meegemaakt. Daar was in donder en bliksem, in vuur op de berg, de God verschenen die Mozes naar Egypte had gestuurd om zijn volk te bevrijden. Ze hadden die God als soeverein over hun volk erkent en een bijbehorend verdrag gesloten. De regels van dat verdrag, vroeger noemden we dat een verbond, die moesten nog eens in herinnering gebracht worden, moesten nog eens onderwezen worden voor het beloofde land binnengegaan kon worden.
Dat het opnieuw beleven nodig is komt omdat niemand de slavernij had meegemaakt. Ook Mozes zal het beloofde land niet binnengaan. Ook hij was er niet in geslaagd om in vrede het volk te leiden zoals God hem had opgedragen. In woede had hij op de rotsen geslagen toen het volk weer eens klaagde over een gebrek aan water. Het water hoorde niet te komen door de woede van Mozes maar door de goedgunstigheid van de God van Israël. Het eerste dat we dus leren van zelfs dit gedeelte dat alles wat we hebben, alles wat we kregen, alles wat we nog zullen verdienen, ons is toegevallen uit de hand van een God die ons liefheeft. Als we wat verliezen, zelfs als we geliefden verliezen, dan is het die God die het teruggenomen heeft. Dat verbond heeft die God dan ook niet alleen gesloten met een volk dat heel lang geleden door een verre en dorre woestijn sjouwde maar volgens de Christelijke Bijbel, heeft die God dat verbond gesloten met iedereen op de wereld die wil geloven dat er een einde kan komen aan dood en ellende. Jezus van Nazareth heeft ons dat geleerd. Daarom heet die Christelijke Bijbel het nieuwe Testament. Ten onrechte noemen we die Hebreeuwse Bijbel waar het verhaal van Mozes in staat het Oude Testament, beter was om te spreken van het oorspronkelijke Testament. Daar moeten we ons naar richten, daar staan ook nu de spelregels in waarmee ook wij een menselijke samenleving kunnen inrichten. Elke dag opnieuw kunnen we daarmee beginnen, zeker vandaag weer.