Marcus 1:14-20
14 Nadat Johannes gevangengenomen was, ging Jezus naar Galilea, waar Hij Gods goede nieuws verkondigde. 15 Dit was wat Hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en geloof dit goede nieuws.’ 16 Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag Hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. 17 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 18 Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. 19 Iets verderop zag Hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, 20 en direct riep Hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden Hem. (NBV21)
De evangelist Marcus onderstreept graag dat Jezus van Nazareth niet op aarde rondliep om zichzelf groot te maken of zichzelf groot te laten maken. Hij liep gewoon langs het meer en ging gewoon naar de synagoge net als alle andere inwoners van Judea deden. Hij had alleen wel een bijzondere boodschap die vlak voor het gedeelte staat dat we vandaag lezen. Zijn boodschap was dat het Koninkrijk van God nabij was, de tijd was aangebroken en dat was voor de mensen goed nieuws. Dat Koninkrijk van God kenden ze. Johannes de Doper had het al aangekondigd, dat rijk waarvan de profeten hadden gesproken zou in hun dagen komen.
De leeuw zou met het lam slapen en een baby in het hol van de slang. De tranen zouden gewist worden en God zelf zou op aarde komen wonen. De bezetting door de Romeinen zou voorgoed voorbij zijn. Vrede zou het zijn op de hele aarde en armoede en onderdrukking zouden eindelijk voorbij zijn. Dat was wat er vanouds was beloofd en nu was er iemand die kwam vertellen dat het ook werkelijk zou gebeuren. Geen wonder dat mensen hem wilden volgen. Het hele volk had zich immers al laten dopen door Johannes zo vertelt Marcus maar nu Johannes gevangen is genomen begint het optreden van Jezus van Nazareth. Als iemand zegt waarop het staat, iedereen de ogen opent voor de werkelijkheid, dan heeft zo iemand gezag. Dan gaat het nieuws rond als een lopend vuurtje. Of de mensen het echt hebben begrepen is maar de vraag. Ze spraken over een nieuwe leer.
De Goddelijke richtlijn van heb Uw naaste lief als uzelf was bijna vergeten en vervangen door het gehoorzaam Uw priesters en breng tijdig grote offers om de priesters te onderhouden. Ook in onze dagen lijken soms kerken en hun voorgangers belangrijker dan de armen en de onderdrukten in de wereld. Van Marcus mogen we leren dat opkijken tegen zulke voorgangers behoort tot de kwade geesten die we ook bij onszelf mogen uitdrijven. Waar het om gaat is bouwen aan dat Koninkrijk, vissers van mensen die dreigen te verdrinken worden, die uitnodiging geldt ook voor ons. Elke dag mogen we daar opnieuw mee beginnen, ook vandaag weer.