Psalm 45
1 Voor de koorleider. Op de wijs van De lelies. Van de Korachieten, een kunstig lied. Een liefdeslied. 2 In mijn hart wellen de juiste woorden op, mijn gedicht spreek ik uit voor de koning, mijn tong is de pen van een vaardige schrijver. 3 U bent de mooiste van alle mensen en lieflijkheid vloeit van uw lippen- God heeft u voor altijd gezegend. 4 Gord uw zwaard aan de heup, o held, het teken van uw majesteit en glorie. 4 (45:5) Treed op in uw glorie en trek ten strijde voor waarheid, deemoed en recht. Laat uw hand geduchte daden verrichten. 6 Uw pijlen zijn gescherpt en treffen de vijanden van de koning in het hart. Volken vallen dood voor u neer. 7 Uw troon is voor eeuwig en altijd, o god, de scepter van het recht is uw koningsscepter, 8 u hebt gerechtigheid lief en haat het kwaad. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met vreugdeolie, als geen van uw gelijken. 9 Uw gewaden geuren naar mirre, aloë en kaneel, muziek die u verblijdt klinkt uit ivoren paleizen, 10 juwelen sieren de dochters van koningen, rechts van u staat de koningin, getooid met goud uit Ofir. 11 Luister, dochter, zie en hoor, vergeet uw volk en het huis van uw vader. 12 Begeert de koning uw schoonheid, buig voor hem, hij is uw heer. 13 Dochter van Tyrus, met geschenken zoeken de rijksten van het volk uw gunst. 14 Stralend wacht
de koningsdochter binnen, van goudbrokaat is haar mantel. 15 Een kleurige stoet brengt haar naar de koning, in haar gevolg de meisjes, haar vriendinnen. Zij worden naar hem toe gebracht; 16 begeleid door gejuich en vreugdezang gaan zij het paleis van de koning binnen.17 Uw zonen volgen uw voorouders op, u laat hen heersen over heel het land. 18 Ik zal uw naam bezingen, geslacht na geslacht, alle volken zullen u prijzen, eeuwig en altijd. (NBV21)
Vandaag zingen we een loflied op een Koning. Welke koning precies weten we niet. Alleen dat het lied werd gezongen in de Tempel in Jeruzalem. Want volgens het opschrift is het lied bestemd voor het tempelkoor van de Korachieten, gezongen op de melodie van de “De Lelies”, een lied dat we overigens nooit hebben gekend. En de Tempel was het paleis van de Godkoning van Israël. En er staat nog wat boven, het is een liefdeslied, een lied van geliefden. Er worden in dit lied een man en een vrouw bezongen. Eerst natuurlijk de koning, gezalfd door God en prachtig uitgedost. De beschrijving in deze Psalm doet denken aan de verhalen die worden verteld over de rijkdom van Salomo. Het is een merkwaardige Psalm. Het klinkt als een loflied op de Koning maar wie de taal van de Psalmen kent leest hier ook een loflied op de God van Israël. Nu had God het goed gevonden dat Israël een koning zou krijgen als dat maar een Koning naar Gods hart zou zijn. Dat betekent dat die Koning rechtvaardig zou zijn, beschermer van de weduwe en de wees en het verbond met de God van Israël centraal zou stellen.Nu doet een Koning dat niet vanzelf.
Een Koning laat zich vanzelf eren en bewonderd door het volk in een Gouden Koets of hoog te paard rondrijden. Daarom moet die Koning met enige regelmaat opgeroepen worden toch de zaken van de God van Israël centraal te stellen. Een feest is daarvoor een goede gelegenheid. Dat rijkszwaard wordt plechtig rondgedragen, maar de Psalm roept op dat zwaard in dienst te stellen van waarheid, deemoed en recht. Die Koning moet gerechtigheid liefhebben en het kwaad. Salomo kreeg voor elk vredesverdrag een prinses als bruid. Al weer een bruiloft. De bruid krijgt nog een paar laatste adviezen voor ze naar de bruiloft in het paleis gebracht wordt. Een schitterende stoet is het. Het wordt een vruchtbaar huwelijk zo zingt men op de huwelijksdag. Dit huwelijk zal het geslacht van de koning bezegelen en voortzetten. Hoera zou je bijna zeggen. Leuk natuurlijk dat op de trouwdag van een ons onbekende koning zo’n prachtig lied heeft geklonken, maar waarom staat dit lied in onze Bijbel? In elk geval niet om vrouwen duidelijk te maken dat ze voor hun heer moeten buigen.
Wie dat in deze Psalm leest heeft niet nauwkeurig gelezen. De bruid komt naast haar man te staan en de rijken van het volk zullen proberen haar gunst te verwerven. Ze kan dus maar beter letten op de koning die streeft naar waarheid, deemoed en recht. Als ze dat allebei doen dan zijn ze elkaar tot hulp en steun zoals het vanouds bedoeld is. Als het hier over verhoudingen tussen mannen en vrouwen gaat dan staat er dat ze gelijk zijn. Vanouds is deze psalm symbolisch opgevat en uitgelegd. Die koning is God zelf en de bruid is zijn volk. Die worden één zoals man en vrouw één worden. Er was in Kanaän ook een jaarlijkse bruiloftsviering van de goden. Een voorjaarsfeest waar de God van de hemel, de donder en regengod, de Godin van de aarde bevruchtte zodat er nieuw leven kon komen. Deze psalm zegt heel subtiel dat ook dat bruidspaar onderworpen is aan de God van Israël. Samen kun je dan een klein beetje mee werken aan een betere wereld. Het geslacht doet er dan niet meer toe, Een strijd ook die we door de liefde kunnen winnen en dan is dit lied ook een mooi overwinningslied.