Openbaring 16:12-21
12 De zesde engel goot zijn offerschaal leeg over de grote rivier de Eufraat. De rivier viel droog en maakte de weg vrij voor de koningen uit het oosten. 13 Toen zag ik dat uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten tevoorschijn kwamen in de vorm van kikkers. 14 Dat zijn demonische geesten die tekenen verrichten en eropuit gaan om alle koningen op aarde bijeen te brengen voor de strijd op de grote dag van de almachtige God. 15 ‘Ik kom onverwacht als een dief!’ Gelukkig is wie wakker blijft en zijn kleren aanhoudt: hij hoeft niet naakt rond te lopen en zich voor iedereen te schamen. 16 Ze brachten hen bijeen op de plaats die in het Hebreeuws Harmagedon heet. 17 De zevende engel goot zijn offerschaal leeg over de lucht. Toen klonk er uit de tempel een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Het is voorbij!’ 18 Er volgden bliksemschichten en groot geraas en donderslagen. Er kwam een zware aardbeving, zo zwaar als nog niet was voorgekomen sinds er mensen op aarde waren; verschrikkelijk was die aardbeving. 19 De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van zijn hevige woede. 20 Alle eilanden verdwenen in het niets en van de bergen was geen spoor meer te vinden. 21 Uit de hemel vielen loodzware hagelstenen op de mensen, en de mensen lasterden God vanwege de plaag van die hagel, want het was een vreselijke plaag. (NBV21)
Dat Romeinse Rijk zal niet eeuwig duren zegt Johannes in dit gedeelte. De Eufraat zal stilvallen en maakt de weg vrij voor de koningen van het oosten. Er zijn mensen die dan gaan zoeken naar de koningen van vandaag. Maar Johannes was ver van een voorspeller van Stalin en Poetin. Hij keek terug naar de Hebreeuwse Bijbel. Daar was ook zo’n wereldrijk dat onoverwinnelijk leek. Babel, aan de oevers van de Eufraat zaten de Hebreeuwse ballingen wenend terneer zingt Psalm 137. Maar uit het oosten kwam een nieuwe wereldmacht onder leiding van Koning Cyrus. Babel werd veroverd en tot verbazing van iedereen gaf Cyrus de opdracht aan de ballingen terug te keren naar Jeruzalem en de Tempel en de stad weer op te bouwen. Jesaja noemt hem de Messias, de bevrijder van Israël.
Het blijft niet bij de verwachting van het overwinnen van de Romeinen. Er is een concrete dreiging door de Perzen. Zij zullen de wereld verenigen in een aanval op de gelovigen in de God van Israël, vooral in zijn zoon, Jezus de Messias. Die Perzen hadden een heel oude godsdienst, het Zoroasme. Die godsdienst had twee goden een goede en een kwade. Die kwade God Ahriman veranderde zich af en toe in een kikker om gif onder de mensen te brengen. En wat was er giftiger als het Romeinse triumviraat, de drie Keizers die samen bestuurden. Ze waren drie onreine geesten. Zij brengen de volken bijeen in een oorlog tegen de gelovigen. Waar dat Harmageddon ligt weten we gewoon niet. In de geschiedenis zijn veel namen van plaatsen en streken veranderd en ten tijd van de eerste vertalingen en kopieën van het boek wist men al niet meer waar deze plaats lag.
Maar dan brengt de boodschapper van God het bericht van het einde. Bliksem en donder waren er zoals ze op de Sinaï waren geweest toen Mozes zijn leer van God kreeg. Een zware aardbeving vernietigt de grote stad zoals ooit Sodom en Gomorra waren verwoest. De eilanden waren verdwenen en de bergen vlak gemaakt zoals de profeet had gezegd om het de ballingen mogelijk te maken terug te keren. Denk nu niet dat de gelovigen gevrijwaard waren van de rampen en de ellende die in die oorlog over hen werden uitgestort. In tegendeel het eindigt met de beschrijving van hagel, zo sterk dat de mensen God lasterden. Hou dus vol roept Johannes eigenlijk want na die ellende komt God voor de zijnen. En dat geldt ook voor ons, niet bang worden voor het oosten of het westen maar blijven doen wat ons staat te doen, delen met hen die niets hebben en onze naaste lief te hebben als onszelf.