Matteüs 17:24–18:9
24 Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ 25 Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ 26 Jezus keek hen aan en antwoordde hun: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk.’ 27 Daarop zei Petrus: ‘Maar wij hebben alles achtergelaten en zijn U gevolgd. Welk vooruitzicht hebben wij dan?’ 28 Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in majesteit zetelt op zijn troon, zullen ook jullie die Mij gevolgd zijn plaatsnemen op twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël. 29 En ieder die broers of zussen, vader, moeder of kinderen, akkers of huizen heeft achtergelaten omwille van mijn naam, zal het honderdvoudige ontvangen en deel krijgen aan het eeuwige leven. 30 Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten. 1 Het is met het koninkrijk van de hemel als met een landheer die er bij het ochtendgloren op uit trok om dagloners voor zijn wijngaard te zoeken. 2 Nadat hij met de arbeiders een dagloon van één denarie overeengekomen was, stuurde hij hen naar zijn wijngaard. 3 Drie uur later trok hij er opnieuw op uit, en toen hij anderen werkloos op het marktplein zag staan, 4 zei hij ook tegen hen: “Gaan jullie ook maar naar mijn wijngaard, de betaling zal rechtvaardig zijn.” 5 En ze gingen erheen. Rond het middaguur ging hij er nogmaals op uit, en drie uur later weer, en handelde als tevoren. 6 Toen hij tegen het einde van de dag nog eens op weg ging, trof hij een groepje dat er nog steeds stond. Hij vroeg hun: “Waarom staan jullie hier de hele dag zonder werk?” 7 “Niemand heeft ons ingehuurd,” antwoordden ze. Hij zei hun: “Gaan jullie ook maar naar de wijngaard.” 8 Toen de avond gevallen was, zei de heer van de wijngaard tegen zijn rentmeester: “Roep de arbeiders bij je en betaal hun het loon uit. Begin daarbij met de laatsten en eindig met de eersten.” 9 En zij die er vanaf het einde van de dag waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie. (NBV21)
Er zijn mensen in Groningen die al jaren angstig naar bed gaan omdat hun huis onveilig is verklaard en met een eerstvolgende aardbeving kan instorten. Maar toen een verantwoordelijk politicus werd gevraagd wat hij nu het ergste vond antwoordde hij dat het ergste van al die Groningse problemen was dat de dividendbelasting niet was afgeschaft. Rijken en machtigen die alleen om rijken en machtigen geven zijn ook nu dichtbij. De kans dat zij gaan meedoen aan het Koninkrijk van God is wel zeer klein zegt Jezus van Nazareth. Belastingen komen, zo leren we uit bovenstaand Bijbelverhaal, uit de arbeid van gewone mensen. Simon, bijgenaamd Petrus, was visser, dus moest hij vissen toen de vraag kwam of ze wel belasting. De idealisten die de wereld echt willen verbeteren worden nog al eens naïef genoemd.
Jezus illustreert dat met een verhaal over dagloners. Alle dagloners waren belangrijk voor het binnenhalen van de oogst. Alle dagloners hadden hetzelfde loon nodig om de dag met hun gezin door te komen. Alle dagloners kregen dan ook hetzelfde loon. Bij ons gaat de discussie over de prijzen in de supermarkt. Die zijn voor iedereen evenveel gestegen krijgt dan ook iedereen eenzelfde compensatie? Nee natuurlijk niet. Iedereen krijgt een percentage van het loon en dat percentage bij een laag loon levert een lager bedrag op dan hetzelfde percentage bij een hoog loon. Zij die al rijk zijn worden dus nog rijker. Maar verzet je er niet tegen. Een beetje kinderlijk en wereldvreemd krijg je te horen. Alles achter je laten, compleet de mening van de omgeving daar te laten en je volledig richten op wat de minsten nodig hebben is nog niet zo gemakkelijk. Jezus gaat fel over te keer over het onrecht en de hypocretie in zijn dagen.
Geen softe woorden om der lieve vrede wil nee afhakken en weggooien is het oordeel over die delen van de samenleving die onderdrukken en uitbuiten. Dat klinkt hard. Als je bij ons zulke harde woorden over anderen zegt wordt je van alle kanten op de vingers getikt. Zulke harde oordelen zouden onchristelijk zijn. Maar de Christus bij uitstek, Jezus van Nazareth, scheldt te pas en te onpas zijn tegenstanders uit. Of maar duidelijk mag worden waar je staat, waar het fout gaat. In dit verhaal gaat het om mensen die kinderen van het geloof afhouden. Wie zou dat tegenwoordig nog willen? Trouwe kerkgangers en vurige gelovigen wijzen dan graag op al die mensen die uit onverschilligheid of ongeloof de kerk hebben verlaten. Maar is dat terecht? Veel van de huidige kerkverlaters hebben nog herinneringen aan het goede dat ze meemaakten en proberen dat door te geven. Maar ze ergeren zich ook aan de betweters die nog zeventiende-eeuws of negentiende-eeuws. Nederlands praten en het meer hebben over wat niet mag dan over de Liefde voor de naaste en een hand uitsteken naar de minsten.