Spreuken 30:15-23
15 Er zijn twee soorten bloedzuigers: de eerste zegt ‘Geef!’, de andere ‘Geef!’ Drie dingen worden nooit verzadigd, vier dingen zeggen nooit ‘Het is genoeg’: 16 het dodenrijk, een onvruchtbare schoot, een uitgedroogd stuk land, en het vuur, dat ook nooit zegt ‘Het is genoeg.’ 17 Wie spottend neerkijkt op zijn vader en zijn moeder ongehoorzaam is, hem zullen de raven bij de beek de ogen uitpikken, en de gieren zullen die opschrokken. 18 Drie dingen zijn te wonderlijk voor mij, vier dingen kan ik niet bevatten: 19 de vlucht van een arend hoog aan de hemel, het glijden van een slang over de rots, de vaart van een schip op volle zee, de gang van een man naar een meisje. 20 Zo doet de vrouw die overspel pleegt: ze zegt: ‘Ik heb niets verkeerds gedaan,’ alsof ze na het eten haar mond afveegt. 21 Van drie dingen beeft de aarde, tegen vier dingen is ze niet bestand: 22 een slaaf die koning wordt, een zot die genoeg te eten heeft, 23 een onuitstaanbare vrouw die aan de man raakt, een slavin die haar meesteres verdringt. (NBV21)
De eerste zin uit het gedeelte dat we vandaag uit het boek Spreuken lezen werd vroeger wel vertaald als “De bloedzuiger heeft twee dochters, geef en geef”. En dan volgen er raadseltjes rond getallen. Nu is het niet de bedoeling daar lang op te puzzelen dus de meest eenvoudige uitleg is de beste. Drie is het getal van God en God is niet te begrijpen, ondoorgrondelijk zegt de Bijbel. Vier is het getal van de aarde, de vier windstreken, tot aan de einden der aarde zegt de Bijbel. En bij God is altijd plaats, maar de God van Israël weet ook van het genoeg, weet ook van het dagelijks brood waar we eigenlijk genoeg aan zouden moeten hebben. De afgoden van deze wereld weten nooit van genoeg, het moet altijd meer, altijd groeien, ze weten niet van de grenzen aan de groei, van hergebruik, van zuinig omgaan. Altijd moet er gezocht naar wegen om meer te produceren om van het uitgedroogde land ook het laatste te kunnen oogsten.
Er was een tijd dat zuinig aan het motto was. Dat was het motto van onze ouders en grootouders in tijden van grote armoede, in tijden ook van het besef dat alles wat er is door mensen eigenhandig werd gemaakt. Wie daarom de spaarzaamheid van zijn ouders en grootouders bespot zal er achter komen, op een goede dag is er niks meer, zie je geen toekomst meer, slaat de crisis toe en ben je alles kwijt wat het aanzien waard is. We zien die gevolgen nu al om ons heen in de huidige crisis. Waarom hebben we toch niet genoeg aan de schoonheid die de aarde, die het leven, zelf ons biedt. De vlucht van de arend hoog aan de hemel, het glijden van een slang over de rots, de vaart van een schip op zee aan de horizon, de weg van een man naar een meisje. We houden er wel van. Natuurprogramma’s op televisie zijn zeer populair en boer zoekt vrouw is al jaren het meest bekeken programma op de Nederlandse televisie.
Maar we willen meer, steeds meer. Afwisseling in relaties, avonturen in verre landen, altijd weer de nieuwste elektronica, het mooiste design. We letten nauwelijks meer op verhoudingen tussen mensen. We kiezen regeerders die afhankelijk zijn van de kooplieden op de financiële markten, we kopen producten die gemaakt worden onder de meest erbarmelijke omstandigheden, we dragen kleding die gemaakt is door kinderen die aan hun weefgetouwen zijn geketend. En onder het motto van de vrije markt laten we toe dat die producten vrijelijk in onze winkels en op onze martkten verkocht mogen worden. De financiële crisis van een aantal jaren geleden was gekomen door zogenaamde derivaten, maar daar waar aan alle producten veiligheidseisen zijn gebonden is er sinds het uitbreken van de crisis geen enkele regel voor derivaten bijgekomen, er was ook geen enkele regel en de crisis kan zich dus keer op keer herhalen. Inzicht in het werken van onze samenleving is de eerste stap naar verandering. Elke dag opnieuw mogen wij zien hoe onze samenleving uitwerkt op de armen en mogen we werken aan een wereld waar de tranen gedroogd zijn en iedereen mee mag doen, ook vandaag weer.