Leviticus 22:17-25
We hebben het al eerder opgemerkt, voor God kun je niet anders volstaan dan met het volmaakte. Dat wordt in dit gedeelte nog eens uitgebreid duidelijk gemaakt. Niet alleen mogen de Priesters geen offervlees eten dat enig gebrek vertoond, het was per slot van rekening offervlees voor God, ook mag er geen dier geofferd worden dat enig gebrek vertoont. De truc van het uitzoeken van het beste voor de Priesters en wat overblijft verbranden voor God gaat hier dus niet op. Voor God kun je niet anders dan het volmaakte ter beschikking stellen. En bij Israel hadden die offers een bijzondere betekenis. Er was geen beeld waarvoor je je offer kon brengen. De God van Israel hoefde echt niet te eten te hebben om je te belonen met vruchtbaarheid, met een goede oogst, winst in je bedrijf en een hoop kinderen die voor je oude dag kunnen zorgen. De God van Israel geeft uit genade niet als beloning voor wat je voor die God over hebt. Die God van Israel vraagt maar een ding en dat is dat je je naaste lief hebt als je zelf, dat je dus deelt met de mensen die niks meer hebben om te delen, zelfs niet met de God van Israel. Dat maakt dat offeren een heel bijzondere daad.Offeren aan de God van Israel heeft een directe maatschappelijke betekenis. Je houdt niet alleen de religie in stand, omdat de Priesters er van mee mogen eten, je zult ook bijna volmaakt het gebod van die God moeten volgen om dat offer meer te maken dan een leeg ritueel. Eerbied voor het leven hebben, respect voor anderen en zorg voor zwaksten in de samenleving. Daarom worden ook de vreemdelingen genoemd.Want offers werden ook gebracht bij het sluiten van verdragen, bij het beeindigen van conflicten. Dat deed je samen. En hier staat dan dat ook de offers van vreemdelingen aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als je eigen offers. Dat betekent dat bij een verdrag het volmaakte alleen goed is voor God. Dat daarbij dus rekening gehouden moet worden met de belangen van anderen, vooral met de minsten en de zwaksten. Anders hoef je aan God niet te vragen dat er wat goeds uitgaat van je verdrag, dat het gezegend wordt. Dat geldt al helemaal bij het einde van gewelddadige conflicten. Dan staat de zorg voor de anderen voorop. Dan geldt dat eerst de slachtoffers geholpen moeten worden, dat er weer een toekomst geschapen moet worden voor hen die moesten vluchten en alles verloren in het conflict. Offeren aan de God van Israel is dus niet alleen het offeren van volmaakte dieren, het is het begin van een volmaakt leven, van een volmaakte wereld. Als je daar niet aan werkt, niet bouwt aan een wereld van delen en rechtvaardigheid voor mensen, dat is er een gebrek aan je offer en is het van geen waarde voor de God van Israel. Bouwen dus vandaag.