Matteüs 10:11-20
11 In elke stad en in elk dorp waar je komt, moet je uitzoeken wie het waard is je te ontvangen; blijf daar dan tot je weer verdergaat. 12 Groet de bewoners van het huis dat je binnengaat. 13 Laat jullie vrede over dat huis komen als het dat waard is, maar als het dat niet waard is, laat dan die vrede naar je terugkeren. 14 En als ze je niet willen ontvangen noch naar je woorden willen luisteren, verlaat dan dat huis of die stad en schud het stof van je voeten. 15 Ik verzeker jullie: op de dag van het oordeel zal het lot van Sodom en Gomorra draaglijker zijn dan dat van die stad. 16 Bedenk wel, Ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang en argeloos als een duif. 17 Pas op voor de mensen, want ze zullen je aan het gerecht uitleveren en je geselen in hun synagogen. 18 Jullie zullen omwille van Mij worden voorgeleid aan gouverneurs en koningen, en getuigenis moeten afleggen ten overstaan van hen en de heidenen. 19 Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. 20 Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt. (NBV21)
Er zijn van die predikers die beloven een gemakkelijk leven als je de weg van Jezus van Nazareth volgt. “Laat Jezus in je hart en je zult de vrede kennen” Afgezien van de vraag hoe “Jezus in je hart” moet komen is de suggestie dat het leven vredig en gemakkelijk wordt geheel in strijd met wat Jezus er in het verhaal van Mattheüs zelf over te zeggen heeft. We kennen natuurlijk de uitdrukking over de wolf in schaapskleren, een vijand die zich onder de nietsvermoedende onschuldige kudde begeeft om daar kwaad aan te richten. Maar kennen we het omgekeerde ook? Schapen die zich onder de wolven begeven om andere schapen te helpen? We staan er waarschijnlijk niet zo bij stil maar organisaties als Artsen zonder Grenzen kennen dit soort schapen. In oorlogsgebieden vindt je hen terug, onafhankelijk en alleen daar waar mensen zonder hulp zijn gaan ze hun gang, wat overheden of gewapende troepen er ook van mogen vinden.
Regelmatig vallen er slachtoffers onder deze hulpverleners, of ze worden ontvoerd of gevangen gezet, of ter dood gebracht. Ooit was er een tijd dat de kerken de verantwoordelijkheid voor dit soort hulp op zich hadden genomen. De geschiedenis kent dan ook vele slachtoffers van geweld die alleen hulp aan de armsten en de zwaksten kwamen brengen. Veel kerken hebben zich echter zozeer met de machthebbers in de wereld verbonden dat het aantal kerkelijke hulpverleners zeer is teruggelopen. Van veel kerken is voor de machthebbers zeker geen gevaar meer te duchten. En toch waarschuwt Jezus er voor dat het volgen van zijn weg een hoop onrust en conflict teweeg zal brengen. Kinderen tegen hun ouders, burgerlijke en kerkelijke overheden tegen de volgelingen van Jezus.
Jullie zullen door iedereen worden gehaat zegt hij tegen zijn zendelingen, en daarmee kunnen ze op pad. Wie in onze dagen voor de armen opkomt wordt vreemd aangekeken. Wie maaltijd houdt met vreemdelingen in plaats van hen te veroordelen loopt de kans gemeden te worden en met de nek te worden aangekeken. Wie racisten veroordeeld en opkomt voor een rechtvaardige samenleving waar mensen recht hebben op hun eigen overtuiging en manier van leven loopt de kans met geweld bedreigd te worden. Het gaan van de Weg van Jezus van Nazareth betekent dat gaan op die weg volhouden, ondanks wat er gebeurd, ondanks wat vrienden, familie en de mensen om je heen er van vinden, ondanks de heersende opinie, volhouden tot het einde toe. Elke dag opnieuw.